nederlandse index > bloedtransfusies

Jehovah’s getuigen en bloedtransfusies (de bloedkwestie)

Jehovah's Getuigen mogen de meeste medische behandeling ondergaan, maar onder geen enkele omstandigheid mogen zij ooit een bloedtransfusie krijgen. Zich onthouden van bloed wordt beschouwd als iets dat hen identificeert als de enige ware religie . Wat over het algemeen onbekend is, is dat gedurende haar geschiedenis het Wachttorengenootschap bijna een 360-graden draai heeft gemaakt wat betreft de acceptatie van bloedproducten.


Uitsnede van de Geneeskundige Wilsverklaring (het Bloedkaartje) Jehovah’s Getuigen (2016)

Jehovah's Getuigen mogen geen bloed consumeren, doneren of toegediend krijgen, of de vier componenten van bloed - rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes, plasma - maar het wordt als acceptabel beschouwd voor hen om andere bloedfracties te gebruiken.


Blijf in Gods liefde 2017 p.247

De talrijke veranderingen die de Organisatie heeft doorgevoerd met betrekking tot het gebruik van bloed gedurende de afgelopen decennia hebben geleid tot een standpunt dat:

  • Bijbels onnauwkeurig is – De meeste christelijke religies erkennen dat er geen bijbels verbod is op het toedienen van bloed door christenen.
  • Inconsistent is – De Organisatie stelt dat volgens Gods standaard, bloed niet mag worden opgeslagen, maar staat Jehovah's Getuigen wel toe bloedfracties te gebruiken die zijn afgeleid van opgeslagen bloed.
  • Een dubbele moraal hanteert – Jehovah's Getuigen gebruiken aanzienlijke hoeveelheden medische producten die zijn afgeleid van bloed, maar het is hen verboden bloed te doneren.

Op een gegeven moment heeft de Organisatie bepaald dat vaccinaties en orgaantransplantaties niet toegestaan waren voor christenen, maar tegen de jaren 1980 waren beide toegestaan. De Organisatie heeft ook significante veranderingen doorgevoerd in wat het beschouwt als een acceptabel gebruik van bloed. In situaties waarin er levens op het spel staan zou elke Getuige serieus moeten nadenken over de implicaties van het doorvoeren van zulke dogmatische leerstelligheden die gaan over leven en dood, voordat zij besluiten bloed te weigeren.

Dit artikel presenteert de geschiedenis van de zienswijze ten aanzien van bloed door de Organisatie en vergelijkt de huidige standpunten met wat de Bijbel zegt over het gebruik van bloed.  

Inconsistenties in de bloedkwestie

De Organisatie beweert dat de heiligheid van bloed vereist dat het op de grond wordt uitgestort, waarbij wordt verwezen naar Deuteronomium 12:22-24. Jehovah's Getuigen mogen geen bloed doneren, bloed opslaan, een bloedtransfusie accepteren, of zelfs een bloedtransfusie toedienen. Ze mogen echter wel gebruik maken van bloedfracties die zijn afgeleid van bloed dat is gedoneerd en opgeslagen. De volgende citaten laten zien wat niet is toegestaan.

“De Bijbel gebiedt christenen „zich te onthouden van . . . bloed” (Hand. 15:20). Daarom aanvaarden Jehovah’s Getuigen geen transfusies van vol bloed of de vier hoofdbestanddelen van bloed: rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Ook worden ze geen bloeddonor en laten ze hun eigen bloed niet voor transfusiedoeleinden opslaan.” Koninkrijksdienst november 2006 p. 6
“Bloed mag niet opgeslagen worden; het moet uitgegoten worden — aan God teruggegeven worden als het ware.” Wachttoren 2000 15 oktober p. 31
"We willen u op de hoogte stellen van een bijgewerkt beleid met betrekking tot de vraag of een christen een bloedtransfusie mag toedienen als hij daartoe wordt opgedragen door een meerdere. ... Een christen die verpleegkundige of arts is, respecteert de Schrift en zou daarom geen bloedtransfusie aanbevelen, voorschrijven of toedienen."– Vertaald uit het Engels. TO ALL HOSPITAL LIAISON COMMITTEES 15 juni 2018 (15/6/18-E)

Aan de andere kant mogen Jehovah's Getuigen wel componenten van gedoneerd bloed accepteren zodra het bloed is afgebroken tot bloedfracties.

“Gaat het echter om uit een van de hoofdbestanddelen gewonnen fracties, dan moet iedere christen, na daarover goed en onder gebed nagedacht te hebben, daarin zelf een beslissing nemen die in overeenstemming is met zijn geweten.” Wachttoren 2000 15 juni p. 31

Het is inconsistent van de Organisatie om leden te verbieden bloed te doneren, maar wel bloedfracties te accepteren van gedoneerd bloed.

  • Als het fout is voor een Getuige om bloed te doneren, van wie komen dan de bloedfracties die ze gebruiken?
  • Als bloed op de grond moet worden uitgegoten, waar komen dan de bloedfracties vandaan die ze gebruiken?
  • Als het zich onthouden van bloed inhoudt dat het niet is toegestaan om een "belangrijke" fractie te nemen, waarom is het dan wel toegestaan om een fractie van een fractie te nemen?
  • Als bloedfracties altijd acceptabel waren voor Jehovah, wie is er dan verantwoordelijk voor de Getuigen die onnodig zijn gestorven omdat ze ze weigerden, vanwege het beleid van de Organisatie vóór het jaar 2000?

Getuigen mogen ook bloed geven voor bloedonderzoek, en medische professionals onder Jehovah's Getuigen mogen bloed afnemen voor tests.

“Andere procedures of onderzoeken waarbij iemands eigen bloed betrokken is, zijn niet zo duidelijk in strijd met Gods bekendgemaakte beginselen. Zo hebben veel christenen iets van hun bloed laten afnemen voor onderzoek of analyse, waarna het monster wordt weggegooid. “Wachttoren 2000 15 oktober p. 31
“Wat als een Getuige ... door een meerderheidsfunctionaris wordt opgedragen om bloed af te nemen voor een test of om andere routinezorg te verlenen aan een niet-Getuige patiënt die een bloedtransfusie nodig heeft? De Getuige kan een persoonlijke, gewetensvolle beslissing nemen of hij gehoorzaamt." – Vertaald uit het Engels. TO ALL HOSPITAL LIAISON COMMITTEES 15 juni 2018 (15/6/18-E)

Ondanks de vermeende heiligheid van bloed en de strikte voorschriften hoe er met bloed moet worden omgegaan, ontkracht de Organisatie haar eigen redenering door toe te staan dat bloed wordt afgenomen voor medische tests, en door transfusies toe te staan van bloedfracties die zijn afgeleid van enorme hoeveelheden gedoneerd en opgeslagen bloed.

Deze onlogische inconsistenties zijn het eindproduct van de Organisatie die voortdurend haar leer over bloed verandert. Vele decennia lang hebben leiders van de Organisatie het gebruik van bloed gepromoot als bijbels aanvaardbaar. In de jaren ‘40 werd het gebruik van bloed in welke vorm dan ook strikt verboden. Geleidelijk werd het gebruik van bloed in sommige situaties weer acceptabel. De volgende tabel laat de veranderende geschiedenis van de Organisatie zien met betrekking tot bloed.

Geschiedenis van aanvaardbare bloedcomponenten Voor 1945 1945-1982 1982-2000 Na 2000 Transfusie met volbloed Toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan “Hoofd” bloedfracties Toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan “Kleine” bloedfracties Toegestaan Niet toegestaan Sommige toegestaan Toegestaan Jwfacts.com Kunnen deze tegenstrijdige veranderingen toegeschreven worden aan de leiding van Jehovah, en hoe is het mogelijk om te bepalen of de leer van de Organisatie met betrekking tot bloed als correct beschouwd kan worden?

Het vieren van een offergave

De Bijbelse richtlijnen met betrekking tot de behandeling van bloed hebben te maken met respect voor het leven, en de Organisatie beweert dat ze bloedtransfusies afwijzen omdat ze "het geschenk van het leven waarderen."

“Uit respect voor het leven vullen we een geneeskundige wilsverklaring in en zorgen we ervoor dat we die altijd bij ons hebben. Daarmee maak je duidelijk wat je wensen zijn als het gaat om bloedtransfusies en bepaalde medische zorg. Is jouw wilsverklaring up-to-date? Als je je wilsverklaring nog moet invullen of bijwerken, wacht daar dan niet mee.” Wachttoren 2023 februari p. 24

Het komt dan misschien als een verrassing dat de Organisatie toegeeft dat het weigeren van bloedtransfusies heeft geleid tot de dood van Jehovah's Getuigen, en dat ze zelfs afbeelding tonen van 26 kinderen van Getuigen die stierven nadat ze bloed hadden geweigerd .

"Jehovah's getuigen beweren niet dat bloedtransfusies patiënten in leven hebben gehouden die anders misschien zouden zijn overleden." – Vertaald uit het Engels. Blood, Medicine and The Law of God p. 38
“In vroeger tijden zijn duizenden jongeren gestorven omdat zij God de eerste plaats lieten innemen. Er zijn nog steeds jongeren die dat doen, maar tegenwoordig speelt het drama zich af in ziekenhuizen en voor rechtbanken, met bloedtransfusies als strijdpunt.” Ontwaakt! 1994 22 mei p.2

Het is verontrustend als een religie leert dat de heiligheid van een "symbool van het leven" belangrijker is dan het leven zelf.

Wachttoren-publicaties beweren dat elke poging om het leven te redden via een bloedtransfusie het risico met zich meebrengt om het eeuwige leven te verbeuren.

“Als christelijke getuigen van Jehovah beschouwden haar ouders, Darrell en Rhoda Labrenz, bloedtransfusie terecht als een overtreding van Gods wet en zij verzetten zich hier dan ook tegen. Zij waren bezorgd om het eeuwige welzijn van hun baby, want alleen zij die vasthouden aan Gods wetten hebben het vooruitzicht op eeuwig leven. “Jaarboek 1976 p. 224
“Maar laten wij eens veronderstellen dat iemands vrouw of kind in levensgevaar verkeert. Ongeacht welke beminde persoon er ook bij betrokken is, het geven van bloed zou nog steeds een overtreding van Gods wet betekenen. Dat iemand op de rand van de dood staat, geeft hem nog niet de vrijheid Gods geboden te overtreden. Als iemand in levensgevaar verkeert, is het niet de tijd de wet van God om te buigen of te verbreken, maar een tijd om zo dicht mogelijk tot God te naderen door getrouw te blijven. Getrouwheid wordt met eeuwig leven beloond. Hoe dwaas zou het zijn het vooruitzicht van eeuwig leven te verspelen voor de onzekere belofte van een genezing door middel van bloedtransfusie!” Wachttoren 15 juli 1970 p. 444
“En als een christen nu ernstig gewond raakt of een zware operatie moet ondergaan? Stel dat artsen zeggen dat hij doodgaat als hij geen bloedtransfusie krijgt. Natuurlijk wil een christen niet sterven…… Zal een christen Gods wet overtreden alleen maar om iets langer in dit stelsel te kunnen leven? Jezus zei: „Wie zijn ziel [of: leven] wil redden, zal ze verliezen; maar wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden” (Mattheüs 16:25). Natuurlijk willen we niet sterven. Maar als we ons huidige leven proberen te redden door Gods wet te overtreden, lopen we het gevaar het eeuwige leven te verliezen.” Wat leert de Bijbel echt? 2005 p. 131

Een opname van een regionaal congres "Blijf Loyaal aan Jehovah" uit 2016, laat zien dat Besturend Lichaam-lid Anthony Morris een jongen prijst die stierf terwijl hij standvastig weigerde een bloedtransfusie te ondergaan, en met het publiek viert dat hij na de opstanding in het paradijs zal zijn.

Deze ervaring is gebaseerd op het verhaal van de 15-jarige Joshua Walker, in de Ontwaakt! van 22 januari 1995 p. 11  

Deze zinloze dood is een beschamend voorbeeld van een kindoffer in deze tijd. Deze arme jongen was geïndoctrineerd om te geloven dat hij een bloedtransfusie moest weigeren om de "heiligheid van het leven” te respecteren en Morris beschrijft op misselijkmakende wijze dat de pogingen van de dokter om het kind te laten begrijpen dat een bloedtransfusie zijn leven zou redden, zou neerkomen op "vervolging."

In de “Broadcast” van augustus 2019 was er een deel over een 12-jarige jongen genaamd Jerod Septer, die stierf nadat zijn ouders behandeling met bloedtransfusies weigerden. Er werd gezegd:

“Jehovah genas Jerod niet door een wonder. Maar door zijn volharding en sterke geloof bewees Jerod aan het hele universum dat zelfs een kind dat op jehovah vertrouwt tot de dood trouw kan blijven.” Broadcast Augustus 2019

Wijzen deze uitspraken over bloed op respect voor het leven? Vergelijk ze met wat God wil:

Mattheus 12:7 “Als jullie de betekenis van deze woorden hadden begrepen: “Ik wil barmhartigheid en geen slachtoffers”, zouden jullie onschuldige mensen niet hebben veroordeeld.”

Het verbieden van bloedtransfusies is een voorbeeld van legalistische Westerse denkwijzen die leerstellingen formuleren zonder begrip van de oorspronkelijke geest achter de oude Oosterse Bijbelse teksten. Een bloedtransfusie is niet hetzelfde als het eten van bloed. Ten eerste houden bloedtransfusies geen vertering van bloed in. Ten tweede leidt een bloedtransfusie niet tot de dood van de donor. Bijbelse voorschriften over bloed, zoals die aan Noach werden gegeven in Genesis 9:4, bepaalden dat het bloed van een geslacht dier moest worden uitgegoten. Bloedwetten werden gegeven om respect te tonen voor het leven tijdens het ritueel van het doden voor voedsel.

Pikuach Nefesh

Het staat vast dat het Joden is toegestaan om bloedtransfusies te accepteren. Strikte orthodoxe Joden laten vlees weken in water, zouten het en laten het dan uitlekken om al het bloed eruit te halen. Toch verbiedt geen enkele Joodse groep bloedtransfusies (evenzo wordt moslims, die het verboden is om bloed te drinken, wel een bloedtransfusie toegestaan als levensreddende ingreep.) Dit komt doordat de koosjere voorschriften voor Joden worden opgeheven ten behoeve van medische behandelingen die levens redden. Het in stand houden van het leven gaat boven de Mozaïsche Wet; een principe dat wordt aangeduid als Pikuach Nefesh (nefesh=ziel).

Jezus liet zien dat christenen dit principe moeten volgen toen hij genas en oogstte op de sabbat. Hij gebruikte David als voorbeeld om te laten zien dat daden van barmhartigheid, zoals het redden van een leven, belangrijker zijn dan strikte naleving van regels. De Organisatie toont aan dat zij begrijpt dat barmhartigheid een van de belangrijkste aspecten van de wet was.

“Kijk bijvoorbeeld eens wat er staat in Markus 5:25-34. Een vrouw die aan een bloedvloeiing leed, baande zich een weg door de menigte, raakte Jezus’ bovenkleed aan en werd genezen. Volgens de Wet van Mozes was ze onrein; ze mocht dus niemand aanraken (Lev. 15:25-27). Maar Jezus onderscheidde dat eigenschappen als ‘barmhartigheid en getrouwheid’ in de Wet belangrijker waren (Matth. 23:23). Daarom bestrafte hij haar niet, maar zei: ‘Dochter, uw geloof heeft u beter gemaakt. Ga in vrede en wees genezen van uw ernstige ziekte.’ Is het niet ontroerend te zien dat onderscheidingsvermogen Jezus ertoe bracht zo vriendelijk te zijn?” Wachttoren 15 februari 2015 p. 13

Echter, in situaties waarin het gaat om leven of dood die bloed betreffen, staat de Organisatie op inconsistente wijze geen barmhartigheid toe voor haar volgelingen. Kijk naar andere Schriftuurlijke voorbeelden, minder gewichtig dan het redden van een leven, waar barmhartigheid de strikte naleving van de wet oversteeg:

Mattheus 12:11 “Hij antwoordde: ‘Als je maar één schaap hebt en dat schaap valt op de sabbat in een kuil, zou je dan geen moeite doen om het eruit te halen?”
Markus 3: 4,5 “Toen vroeg hij ze: ‘Is het toegestaan op de sabbat goed te doen of kwaad te doen, een leven te redden of te doden?’ Maar niemand zei iets. Hij keek ze stuk voor stuk verontwaardigd aan, diepbedroefd vanwege hun ongevoelige hart, en hij zei tegen de man: ‘Steek je hand uit.’ Dat deed hij en zijn hand werd weer gezond.”
Matthéüs 12:1-4 “Te dien tijde ging Jezus op den sabbat door de korenvelden en zijn discipelen kregen honger en begonnen aren te plukken en te eten. Maar toen de Farizeeën dit zagen, zeiden zij tot Hem: Zie, uw discipelen doen wat men op sabbat niet mag doen. En Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen wat David gedaan heeft, toen hij en die met hem waren honger kregen? Hoe hij het huis Gods binnengegaan is en zij de toonbroden hebben gegeten, waarvan hij noch die met hem waren mochten eten, doch alleen de priesters?” In deze en de hierop volgende verzen vestigt Jezus de aandacht op daden van barmhartigheid op de sabbatdag; hij toont aan dat het volkomen wettig is een behoeftig iemand, zelfs al was het op sabbat, barmhartigheid te betonen, en dat zulk een handelwijze geen schending van de sabbat is. Hij veroordeelde Davids handelwijze niet. Wachttoren 15 mei 1960 p. 319

In deze situaties riep Jezus het rabbinale principe van Pikuach-Nefesh aan, dat de verplichting om het leven te redden naleving van de Joodse wet overstijgt:  

"Volgens pikuach nefesh moet een persoon alles in het werk stellen om het leven van een ander te redden, zelfs lichaamsorganen doneren. Ovaday Yosef, de voormalige sefardische opperrabbijn van Israël, oordeelde dat men een orgaan mag doneren aan iemand die in levensgevaar is, zolang dit het leven van de donor zelf niet in gevaar brengt. Het is ook toegestaan om op de sabbat te reizen om het leven van een persoon te redden. Maimonides verklaarde dat een Jood de individuele persoon zou moeten meenemen, zelfs als er een niet-Jood aanwezig is, om "mededogen, liefdevolle vriendelijkheid en vrede in de wereld aan te moedigen" (Mishneh Torah, 2:3). De wetten van de sabbat kunnen worden opgeschort om alle noodzakelijke medische zorg te bieden aan persoon die ernstig ziek is of in levensgevaar." Vertaald uit het Engels van jewishvirtuallibrary.org. Pikuach Nefesh, Ariel Scheib. April 22 2007

Aangezien respect voor het leven het belangrijkste onderwerp is voor een Bijbelstudent, zou het toegestaan moeten zijn om bloed toe te dienen in levensbedreigende situaties. Dit roept de vraag op: Is een bloedtransfusie ooit noodzakelijk om het leven te behouden?

Bloedtransfusies zijn soms essentieel om een leven te redden. Gebruik van bloed is niet in alle medische situaties nodig, net zoals antibiotica niet nodig zijn voor elke ziekte. Net zoals antibiotica schadelijk vaak zijn voorgeschreven, zo is ook het gebruik van bloed vaak overmatig geweest. Echter, antibiotica zijn essentieel in bepaalde levensbedreigende situaties, net zoals bloed dat is. Volumevergroters zonder bloed zijn nog niet in staat om de zuurstofdragende capaciteiten van rode bloedcellen te vervangen. Wanneer het aantal rode bloedcellen daalt, stikken je organen en sterven ze door gebrek aan zuurstof. In deze situaties is een bloedtransfusie nodig om te kunnen overleven.

De Organisatie gaf toe aan het Australische Parlement dat bloedtransfusies soms essentieel zijn om levens te redden. Dit werd gedaan door Vin Toole, vertegenwoordiger van de juridische afdeling van de Australische tak van de het Wachttorengenootschap, in het Hansard Comité.  

"Wat we hebben gezegd, is dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarin het inderdaad een kwestie van leven en dood wordt." Vertaald uit het Engels van aph.gov.au. 27 mei 2006

Wanneer Wachttoren-artikelen zeggen dat chirurgie kan worden uitgevoerd zonder bloed, leiden ze de aandacht van de lezer af van het feit dat er omstandigheden zijn waarin bloed absoluut noodzakelijk is om te overleven. In deze situaties zouden Jehovah's Getuigen de vrijheid moeten hebben om de meest geschikte behandeling voor hun eigen lichaam te kiezen. Het essay "Jehovah's Witnesses, Blood Transfusions, and the Tort of Misrepresentation" van Kerry Louderback-Wood concludeert dat het Wachttorengenootschap minder dan eerlijk is geweest in haar presentatie van informatie over bloedtransfusies:

"De belangrijkste bron van informatie van de Organisatie met betrekking tot haar bloedbeleid, 'Hoe Kan Bloed Uw Leven Redden?' ('brochure'), is bedoeld om Getuigen en geïnteresseerden te informeren over het bloedverbod van de religie. Naast de religieuze interpretatie van de Organisatie, steunt het pamflet op citaten van historici, wetenschappers en medici om haar standpunt tegen bloedtransfusies te versterken. Dit essay zal eerst de verkeerde voorstelling van zaken van deze seculiere schrijvers in de brochure bespreken en de beschikbaarheid van rechtszaken voor personen die schade hebben geleden doordat een religieuze Organisatie seculiere feiten verkeerd voorstelt." Vertaald uit het Engels.

Louderback-Wood geeft voorbeelden van Wachttoren-publicaties die selectieve informatie presenteren met betrekking tot de gevaren van het accepteren of weigeren van bloed, waarbij zelfs onjuist wordt geciteerd om getuigen tot een onnauwkeurig begrip van de noodzaak van bloed te leiden. Het is één ding om van een volgeling te eisen dat hij strikt gehoorzaamt aan de specifieke interpretatie van de leer van een kerk, maar heel iets anders om oneerlijk te zijn in de weergave van medische informatie. Volgers hebben recht op geïnformeerde toestemming.

De Organisatie beschouwt het als zo belangrijk om actief te voorkomen dat leden bloed gebruiken dat ze alle ouderlingen adviseren om voortdurend contactinformatie voor het Ziekenhuiscontactcomité (ZHC) bij zich te dragen.

"ZHC-contactinformatie moet te allen tijde door ouderlingen worden meegenomen. Het wordt aanbevolen dat u enkele contactgegevens in uw mobiele telefoon invoert, misschien voorafgegaan door "ZHC" om de gegevens gemakkelijk te kunnen vinden." – Vertaald uit het Engels. Brief aan Lichaam van Ouderlingen, 2 mei 2016

Het is de bedoeling dat het ZHC wordt gebeld om artsen te adviseren over de standpunten van de Organisatie over bloed en om hen te helpen alternatieve medische strategieën te overwegen. Als er een dringende noodzaak is voor een bloedtransfusie, zullen ouderlingen inpraten op de stervende Jehovah's Getuige om te voorkomen dat hij of zij toegeeft en bloed accepteert.

Huidige standpunt ten aanzien van bloed

Het huidige standpunt van de Organisatie om bloedfracties toe te staan is onbijbels en onnauwkeurig. De apostelen hadden geen medische handleidingen. Ze maakten geen onderscheid tussen bloedcomponenten. Bloed verwees gewoon naar bloed. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen volbloed of bloedcomponenten. Bijbelse bloedwetten gingen niet over muggenziften maar over respect voor het leven.

De Organisatie heeft een concept bedacht dat bloed bestaat uit 4 componenten, die vervolgens kunnen worden uitgesplitst naar fracties. Bloed, of deze vier componenten mogen niet worden gebruikt, maar fracties wel. Om te rechtvaardigen wat deze hoofd- bestanddelen zijn, bevat het Wachttorenartikel van 2004 de volgende quote:

“In het uit 2001 daterende leerboek Emergency Care werd onder „Samenstelling van het bloed” gezegd: „Het bloed bestaat uit diverse bestanddelen: plasma, rode en witte bloedcellen, en plaatjes.” En dus weigeren de Getuigen, in overeenstemming met de medische feiten, transfusies van vol bloed of van een van de vier hoofdbestanddelen.

Het boek dat als referentie wordt gebruikt, is geen medisch leerboek en biedt een vereenvoudigde weergave van bloed. Zoals aangetoond in medische leerboeken zoals “Modern Blood Banking and Transfusion Practices”, kunnen de belangrijkste componenten van bloed worden beschouwd als:

"Rode bloedcellen, RBC-aliquots, leukocyten-gereduceerde rode bloedcellen, bevroren - gedeglyceroliseerde rode bloedcellen, bloedplaatjesconcentraat, plasma van één donor, cryoprecipitaat antihemofiliefactor, granulocytenconcentraten, factor VIII-concentraat, porcien factor VIII, factor IX-concentraat (protrombinecomplex), immuunserumglobuline, normaal serumalbumine, plasma-eiwitfractie, Rho(D)-immunoglobuline, antitrombine III-concentraat." – Vertaald uit het Engels, Denise M. Harmening, Ph.D.

Vanaf 2000 mogen Jehovah's Getuigen veel van deze bloedfracties accepteren. Bijvoorbeeld, terwijl witte bloedcellen minder dan 1% van het bloedvolume uitmaken, maken serumproteïnen (die wel zijn toegestaan) 6% uit van het bloedvolume. Ook hemoglobine is toegestaan en maakt meer dan 15% uit van het bloedvolume. Opvallend genoeg is het een Getuige toegestaan om, eenmaal opgedeeld in fracties, 100% van het bloed toegediend krijgen.

Aanvaarde bloedfracties als % van het totale bloedvolume

Bloed is een vloeistof die bestaat uit water, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes, eiwitten, glucose, mineralen, hormonen, koolstofdioxide, immunoglobulinen, groeifactoren, albumine, plus tal van andere stoffen. Bijbelschrijvers maakten dit onderscheid niet. Bloed als geheel kon wel of kon niet worden gebruikt.

Zonder enige Bijbelse basis heeft de Organisatie bepaald dat het medische gebruik van volbloed en sommige bloedfracties verkeerd is, maar dat het gebruik van andere fracties acceptabel is.

De Organisatie probeert een schijn van logica te creëren voor het toestaan van bloedfracties door het concept te presenteren dat bloed bestaat uit vier “hoofd bestanddelen”, die verder kunnen worden onderverdeeld in fracties. Gebruik van hoofdbestanddelen wordt gezegd onchristelijk te zijn, maar wanneer deze bestanddelen worden opgesplitst in "fracties", is gebruik ervan acceptabel. (Wachttoren 15 juni 2004 p.21) Het door de Organisatie kunstmatig aangebrachte onderscheid tussen fracties en hoofdbestanddelen is bedoeld om het te laten lijken dat een hoofdbestanddeel op de een of andere manier anders is en daarom meer een schending vormt wanneer het wordt gebruikt dan een fractie.

Er is geen basis voor een dergelijk onderscheid en de redenatie gaat mank omdat een hoofdbestanddeel ook een fractie is; deze termen zijn onderling uitwisselbaar. Veel medische handboeken verwijzen naar rode en witte bloedcellen als fracties. Evenzo bespreken leerboeken de afbraak van plasma in bestanddelen.

Het volgende is een knipsel van een brief uit 2007 die naar een Getuige is gestuurd die vroeg om een uitleg van deze standpunten. De Organisatie beweert ten onrechte dat haar standpunt consistent is geweest in deze kwestie. Even oneerlijk is de bewering dat bloed van nature uiteenvalt in vier hoofdbestanddelen.

Vertaling van de brief uit het Engels:

Wat de medische toepassingen van bloed betreft, zal een zorgvuldig onderzoek van wat door Jehovah's Getuigen is gepubliceerd onthullen dat ons consistente standpunt is geweest dat volbloed of een van de vier belangrijkste componenten ervan: plasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes, niet mogen worden gebruikt. Zo bezinken ongefractioneerde bloedbestanddelen op natuurlijke wijze. In zijn nog ongesplitste staat kan elke afzonderlijke primaire component, ongeacht het respectieve percentage volbloed, nog steeds in wezen vertegenwoordigen wat bloed als geheel symboliseert: het leven van het schepsel.

Bloed bezinkt niet van nature in vier primaire componenten. Dit gebeurt alleen als bloed door een centrifuge met additieven wordt geleid.


Links: Ontwaakt! 22 oktober 1990


Rechts: https://commons.wikimedia.org/wiki/

De opsplitsing van bloed in plasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes is een gangbare, zij het basale vereenvoudiging die voortkomt uit wat er moet bloed gebeurt als het door de centrifuge is verwerkt. Het resultaat is:

  • plasma
  • bloedplaatjes en witte bloedcellen (leukocyten)
  • rode bloedcellen (erytrocyten)

Dit is een van de vele manieren om bloed te beschrijven. Bloed wordt ook geclassificeerd als bestaand uit vier hoofdcomponenten: plasma, vetbolletjes, chemicaliën en gas - waarbij rode en witte bloedcellen als fracties van plasma worden beschouwd. – Vertaald uit het Engels van mcghealth.org. May 24 2008.

Een alternatieve beschrijving is: "bloed bestaat uit cellulaire materialen (99% rode bloedcellen, met witte bloedcellen en bloedplaatjes als het restant), water, aminozuren, eiwitten, koolhydraten, lipiden, hormonen, vitaminen, elektrolyten, opgeloste gassen en cellulaire afvalstoffen." – Vertaald uit het Engels van chemistry.about.com. May 24 2008.

WITTE BLOEDCELLEN

https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedcellen/wit (December 20 2024)

Jehovah's Getuigen mogen geen gebruik maken van witte bloedcellen (leukocyten). Dit is een onlogische positie, en leukocyten zouden toegestaan moeten worden door dezelfde redenering te gebruiken die andere fracties toestaat.

In plaats van een hoofdbestanddeel, vormen leukocyten slechts 1% van het bloedvolume. Witte bloedcellen worden geclassificeerd in verschillende typen, waaronder neutrofielen, eosinofielen, basofielen, lymfocyten en monocyten. Elk type heeft een eigen vorm en functie en vormt slechts een fractie van één procent van het bloed.

Een moeder brengt op natuurlijke wijze witte bloedcellen over naar haar kind tijdens het geven van borstvoeding. Deze leukocyten vormen zich in het beenmerg en worden via de lymfevaten naar de melkklier overgebracht. Colostrum, de eerste moedermelk die een moeder haar pasgeboren baby geeft, bevat enkele honderdduizenden witte bloedcellen per milliliter, die belangrijk zijn voor de opbouw van het immuunsysteem van het kind.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_bloedcel (December 20 2024)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Moedermelk (December 20 2024)

De beschrijving van de Organisatie dat bloed uit vier componenten bestaat, is misleidend. Het gebruik van deze definitie is bedoeld om de indruk te wekken dat het opdelen van een component in een fractie acceptabel wordt. In werkelijkheid zweven veel van de toegestane "fracties" in het plasma op dezelfde manier als "componenten" zoals rode bloedcellen in plasma zweven.

Het hiërarchische systeem dat de Organisatie presenteert, is bedoeld om de indruk te wekken dat een bloedplaatje God meer zou beledigen dan immunoglobuline. In werkelijkheid zijn dit beide componenten die in het plasma zweven, en hoewel het "acceptabele" immunoglobuline 1,7% uitmaakt, vormen bloedplaatjes slechts 0,5% van het bloedvolume.

De bijbelschrijvers waren zich van geen van deze definities bewust. Bloed werd niet gescheiden door een centrifuge. Bloed werd simpelweg als bloed beschouwd. Om enige logica te behouden, zou de Organisatie het gebruik van bloed ofwel volledig moeten toestaan, of helemaal niet – in welke vorm dan ook. Als ze het gebruik van vol bloed willen verbieden maar (enigszins onlogisch) bloedfracties willen toestaan, dan zouden alle fracties als acceptabel moeten worden beschouwd, inclusief rode en witte bloedcellen.

De vier belangrijkste componenten die gebruikt worden, zijn een willekeurige indeling. Sommige medische boeken noemen slechts 2 hoofdcomponenten: rode bloedcellen en plasma. Als de Organisatie de definitie van 2 belangrijke componenten zou kiezen, zou het witte bloedcellen en bloedplaatjes kunnen toestaan. Andere bronnen noemen 16 belangrijke componenten; als deze indeling aangehouden zou worden, zou dit verschillende fracties die nu zijn toegestaan verbieden. Weer andere bronnen splitsen bloed uit naar chemische samenstelling, wat opnieuw totaal zou veranderen wat is toegestaan. Het Wachttorengenootschap heeft een willekeurige definitie gebruikt, wat resulteert in een willekeurig resultaat. De enige manier om een samenhangende leerstelling te hebben, is door een alles-of-niets-beleid te voeren.

"Fake Blood, Real Controversy" van Randy Dotinga bespreekt producten die zijn gemaakt van bloedfracties die Jehovah's Getuigen nu accepteren.

"...PolyHeme en Hemopure, ontwikkeld door het in Massachusetts gevestigde Biopure, bevinden zich in de laatste fasen van onderzoek. Hemopure, gebruikt bij operaties, is gemaakt van koeienbloed, terwijl PolyHeme afgeleid is van hemoglobine, een eiwit dat wordt gevonden in rode bloedcellen. Er is ook nog een ander voordeel, één die weinig aandacht heeft gekregen. Hoewel de Jehovah's Getuigenkerk transfusies ontmoedigt vanwege het Bijbelse verbod op het consumeren van bloed, heeft het zijn 1 miljoen Amerikaanse leden de vrijheid gegeven om producten te accepteren die niet zijn afgeleid van de hoofdcomponenten van bloed." – Vertaald uit het Engels van wired.com. April 6 2004.

Het bovenstaande artikel laat zien dat Jehovah's Getuigen producten kunnen gebruiken die zijn afgeleid van zowel menselijk als dierlijk bloed. Dotinga's artikel maakt verder duidelijk dat de suggestie van de Getuigen dat zij de reden zijn voor het creëren van bloedsurrogaten, onjuist is. Bloedsurrogaten worden al sinds het begin van de 20e eeuw ontwikkeld, nog voordat het standpunt van Getuigen over bloed van kracht werd. De reden waarom ze nodig zijn, is dat donorbloed over het algemeen schaars is, niet "compatibel” is met het bloed van iedereen, en niet voor lange perioden kan worden opgeslagen (gedoneerd bloed is niet meer te gebruiken na 42 dagen) en ziektes kan overbrengen. Er wordt veel moeite gestoken in de ontwikkeling van echte bloedsurrogaten om deze problemen op te lossen.

De bloedkwestie draait volgens de Organisatie zogenaamd om de heiligheid van bloed. De Wachttoren van 1 december 1961 p.715-716, stelt:

“Ongeacht of het echter zuiver bloed of een bloedfractie betreft, of het eigen bloed of dat van iemand anders is, of het via een transfusie of per injectie wordt toegediend, de goddelijke wet is van toepassing. God heeft de mens geen bloed geschonken ten einde het net als andere stoffen te gebruiken; hij stelt respect voor de heiligheid van bloed als een vereiste.”

Bloed mocht niet gegeten of met een transfusie worden toegediend, maar werd op de grond uitgegoten uit respect voor God en Zijn gave van het leven. Als dit het geval is, hoe kan de Organisatie dan nu het gebruik van bloedfracties en bloedvervangers zoals Hemopure als acceptabel beschouwen? Het nemen van grote hoeveelheden bloed en het verwerken ervan tot componenten voor later gebruik toont minder respect voor de heiligheid voor bloed dan een bloedtransfusie.

Denk eens na over de logica achter het concept dat een kleine fractie acceptabel is, maar een grote niet. In Genesis 3:3 verbood God Eva van de vrucht van de boom van kennis te eten:

“ Maar over de vruchten van de boom in het midden van de tuin heeft God gezegd: “Jullie mogen er niet van eten en die zelfs niet aanraken, anders zullen jullie sterven.”

Zou Jehovah het acceptabel hebben gevonden als Eva alleen aan de schil had geknabbeld, deze had opgedeeld in fracties en het sap had genomen, of op de een of andere manier alleen de vitamine C had geëxtraheerd?

Handelingen 15:29 zegt ook om je te onthouden van "gewurgde dieren". Als we de logica van de Organisatie doortrekken dat een fractie van bloed acceptabel is, zou ook een fractie van een gewurgd dier acceptabel zijn, inclusief bijproducten zoals talg of proteïnemeel. Dit omzeilt duidelijk de bedoelde betekenis van de passage en kan nauwelijks worden beschouwd als het “zich onthouden van gewurgde dieren”.

De Geneeskundige Wilsverklaring (het Bloedkaartje/ Medische Richtlijnen Document) vraagt Getuigen om aan te geven welke bloedfracties en medische procedures zij wel of niet bereid zijn te accepteren. Dit omvat dialyse, epidurale bloedpatch, plasmatherapie, labeling of taggen en bloedplaatjesgel. Denk je dat toen Lukas Handelingen 15 schreef, hij zich voorstelde dat zijn woorden in zulke gedetailleerde wetgeving zouden worden vastgelegd?

Het is alsof met de zienswijze ten aanzien van bloed uit 2000, Handelingen wordt aangepast naar:

"Blijf je onthouden van dingen die aan afgoden zijn geofferd en van bloed, [dat wil zeggen; vol bloed en de vier hoofd componenten, namelijk rode cellen, witte cellen, bloedplaatjes en plasma. Echter, men mag vrijelijk andere componenten of de eerder genoemde componenten gebruiken, mits ze verder zijn opgedeeld in fracties, tenzij je geweten dit ook afkeurt.] en van dingen die gewurgd zijn ..."

Aangezien bloed niet uit vier componenten bestaat, maar uit meerdere fracties, geeft de Organisatie toe dat artsen dit concept mogelijk niet accepteren.

“Sommige artsen bezien de vier hoofdbestanddelen van bloed ook als fracties. Daarom is het misschien goed om uit te leggen dat het je persoonlijke beslissing is om geen transfusies te aanvaarden van vol bloed en ook niet van rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma.” Voor eeuwig gelukkig – interactieve bijbelcursus lesboek p. 166

Hoe de Organisatie haar zienswijze ten aanzien van bloed rechtvaardigt

Jehovah's Getuigen worden zwaar bekritiseerd voor het toepassen van hun zienswijze ten aanzien van bloed, op bloedtransfusies. De Bijbel heeft het nooit over bloedtransfusies, maar de Organisatie redeneert dat als bloed niet gegeten kan worden, het net zo respectloos zou zijn om het via een transfusie toe te dienen. Zoals zal worden aangetoond, is een groot deel van de redenatie die de Organisatie heeft gebruikt met betrekking tot transfusies onnauwkeurig, met als resultaat een inconsistent standpunt over hoe bloed wel of niet gebruikt mag worden.

De oorspronkelijke redenatie om bloedtransfusies te verbieden was dat het een voedingsstof was, net zoals voedsel.

“Elke keer wanneer het verbod bloed te gebruiken in de Schrift voorkomt, is het in verband met het eten er van als voedsel, en het is als zodanig — als voedingsmiddel — dat we er als iets wat verboden is, mee te maken hebben.” Wachttoren 15 december 1958 p. 764

Bloed is geen voedingsstof. Bloedtransfusies voeden het lichaam niet en dit is niet de reden waarom een patiënt een transfusie krijgt. Bloed wordt gebruikt om volume te boosten en om zuurstof te dragen. De Organisatie begrijpt dit nu en gebruikt deze onjuiste redenatie niet meer. Maar, in plaats van het verbod op bloed te veranderen, begon men hiervoor een nieuwe redenatie te gebruiken. Om bloedtransfusies te koppelen aan het eten van bloed, gebruikt de Organisatie nu de volgende illustratie.

“Neem als vergelijking eens een man die van de dokter te horen krijgt dat hij zich van alcohol moet onthouden. Zou hij zich daaraan houden als hij geen alcohol meer zou drinken maar het rechtstreeks in zijn aderen liet spuiten?” Redeneren aan de hand van de schrift p.81

Medische professionals vinden dit argument onlogisch om twee redenen. Ten eerste, hoewel een alcoholist wordt geadviseerd geen alcohol te drinken, zou dit een arts er niet van weerhouden om als hij gewond is deze wond schoon te maken met een alcoholhoudend ontsmettingsmiddel. Bovendien, wanneer bloed met een transfusie rechtstreeks in de aderen terechtkomt, circuleert het en functioneert het als bloed, terwijl bloed dat wordt geconsumeerd niet in de circulatie terechtkomt als bloed, aangezien het tijdens de spijsvertering wordt afgebroken. Als een persoon alcohol consumeert of injecteert, komt het in beide gevallen in de bloedbaan als alcohol, aangezien alcohol niet wordt afgebroken tijdens het spijsverteringsproces in de maag.

Een bloedtransfusie is eigenlijk een cellulair orgaantransplantaat en orgaantransplantaties zijn toegestaan door de Organisatie. Om te illustreren hoe vreemd de vergelijking is, het volgende voorbeeld:

“Stel je een man voor die door zijn dokter te horen krijgt dat hij geen vlees meer mag eten. Zou hij gehoorzaam zijn als hij stopt met het eten van vlees maar wel een niertransplantatie accepteert?” – Vertaald uit het Engels van www.ajwrb.org/history/index.shtml

Een belangrijker argument tegen bloedtransfusies is dat de Bijbel zegt dat bloed niet moest worden bewaard maar op de grond moest worden uitgegoten. Om deze reden wordt zelfs het gebruik van iemands eigen opgeslagen bloed voor een transfusie als verkeerd beschouwd (Wachttoren 1 december 1961 p. 710; Wachttoren Oktober 15 2000 p.31) Hoewel deze redenatie gedeeltelijk geldig is, benadrukt het hoe inconsistent het beleid van de Organisatie is geworden. Dit argument wordt gebruikt om een Getuige te weerhouden van:

  • bloeddonatie
  • het accepteren van bloedtransfusies
  • het accepteren van transfusies met één van de vier bloedfracties (rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma)

Een Jehovah's Getuige kan echter wel bloed laten afnemen en opslaan voor bloedonderzoek. Vaccins gekweekt in opgeslagen bloed zijn toegestaan. Veel soorten bloedfracties, vervaardigd uit opgeslagen bloed, zijn toegestaan en dat geldt ook voor medische behandelingen waarvoor grote hoeveelheden opgeslagen bloed worden gebruikt.

De aanvaardbaarheid van immunoglobuline-injecties door Getuigen illustreert de inconsistentie (Ontwaakt! 8 december 1994). Immunoglobuline-injecties worden gebruikt als vervangingstherapie bij mensen van wie het lichaam niet genoeg immuunglobuline produceert of om mensen te behandelen die niet beschermd zijn tegen bepaalde virale infecties zoals hepatitis A en mazelen. Er is ongeveer 3 liter bloed nodig om voldoende gamma-globuline voor één injectie te verkrijgen. Het bloed wordt afgenomen uit een bloedvoorraad afkomstig van een heleboel verschillende donoren, omdat antilichamen tegen deze ziekten waarschijnlijk in de mix aanwezig zijn als voldoende monsters zijn samengevoegd. – Vertaald uit het Engels uit het IDF Patient/Family Handbook p.76

"Er wordt bloed verzameld van wel 60.000 mensen, en vervolgens samengevoegd. De eerste stap in de productie van gammaglobuline is om het bloed te centrifugeren om alle rode en witte bloedcellen te verwijderen. Vervolgens worden de gammaglobulines chemisch gezuiverd uit het vloeibare plasma in een reeks stappen waarbij behandeling met alcohol betrokken is. Dit proces resulteert in de zuivering van antilichamen van de immunoglobuline G (IgG) klasse, maar slechts minimale hoeveelheden IgA en IgM blijven achter in de uiteindelijke fractie." Zie ook: https://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/itxt/IVIG.htm

Het is erg moeilijk om de dubbele moraal te begrijpen die de Organisatie hier heeft gecreëerd. Aan de ene kant wordt bloed als zo heilig beschouwd dat het niet opgeslagen mag worden, maar op de grond moet worden uitgegoten. Zelfs iemands eigen bloed mag niet voor slechts een paar uur worden opgeslagen om het tijdens een operatie terug te transfuseren. Bepaalde bloedcomponenten mogen ook niet worden gebruikt, zoals witte bloedcellen, die minder dan 1% van het bloedvolume uitmaken. Aan de andere kant ziet de Organisatie geen enkel probleem in het gebruik van medicijnen die worden gemaakt door het mengen en opslaan van het bloed van 60.000 mensen samen. Als bloed zo heilig is dat het niet voor een transfusie mag worden opgeslagen, dan zou het opslaan van bloed en het verwerken ervan in fracties ook verboden moeten zijn.

Enkele voorbeelden helpen de inconsistentie van het wel toestaan van bloedcomponenten maar niet toestaan van volledig bloed, te verklaren. Als het stelen en doorverkopen van een auto een misdaad is, zou het dan minder een misdaad zijn als de dief de auto uit elkaar haalt en alleen de onderdelen verkoopt? Of toen God Adam en Eva vertelde niet van de Boom van Kennis te eten, zou het gerechtvaardigd zijn geweest als ze de boom hadden gekapt en jam van de vruchten hadden gemaakt voordat ze hem aten?

Deze dubbele moraal heeft er ook toe geleid dat Getuigen iets van de samenleving nemen wat zij niet bereid zijn terug te geven. Getuigen weigeren bloed te doneren ten behoeve van andere mensen, maar maken zelf vrij gebruik van medische voordelen die voortkomen uit de voorraad bloed die gedoneerd is door anderen.

Bij gebrek aan een consistente redenering om de bloedtransfusiedoctrine op te baseren, vertrouwt de Organisatie voortdurend op angst als motivator om zich van bloed te onthouden. Een aantal Wachttoren-artikelen wekt angst voor bloed op bij de gemiddelde Getuige. Een blik op de Wachttoren-index laat een obsessie zien met onderwerpen die verband houden met het gevaar van bloedtransfusies, zoals bloed dat besmet is met HIV, schimmels en hepatitis, en bloed als industrie. Er is zelfs beweerd dat een transfusie kan leiden tot een persoonlijkheidsverandering. Sta eens stil bij de volgende uitspraken:

“Dit is een interessant punt, en dat het ten aanzien van bloedtransfusies van toepassing kan zijn, blijkt uit het getuigenis van artsen. Zo schrijft dr. A.J. Shadman bijvoorbeeld in zijn boek Who Is Your Doctor and Why?: „In elke persoon is het bloed in werkelijkheid de persoon zelf. Het bevat alle eigenaardigheden van het individu van wie het afkomstig is. Dit omvat erfelijke gebreken, ontvankelijkheid voor ziekten, giftige stoffen als gevolg van de persoonlijke levenswijze, eet- en drinkgewoonten. . . . De giftige stoffen welke de prikkel verschaffen om zelfmoord te plegen, een moord te begaan of te stelen, bevinden zich in het bloed.” De Braziliaan A. Valério, die ruim veertig jaar lang arts en chirurg is geweest, stemt hiermee in wanneer hij verklaart: „Morele krankzinnigheid, seksuele perversiteiten, dwangneurosen, minderwaardigheidscomplexen, kleine misdaden — deze volgen bloedtransfusies vaak op de voet.” Wachttoren 1 december 1961 p.722
“Sommigen zeggen dat bloedtransfusies onschadelijk zijn. Geloof je dat? Rober Khoury stond 40 jaar lang bekend als een eerlijke man. Toen kreeg hij na een val een bloedtransfusie. 'Ik hoorde dat de donor een dief was,' vertelde Khoury aan de politie. 'Toen ik herstelde, merkte ik dat ik een vreselijke drang had om te stelen.' En stelen deed hij.” – Vertaald uit het Engels. Ontwaakt! 8 juli 1969 p. 30
“Vaak is er in verband met pogingen om aan kinderen van Jehovah’s Getuigen transfusies op te dringen, door de pers een enorme publieke vijandigheid ontketend. In sommige gevallen hebben rechters zelfs zonder dat de ouders gehoord werden, het bevel gegeven dat kinderen een transfusie toegediend zouden krijgen. In Canada werd echter in meer dan veertig gevallen het kind dat een transfusie had ondergaan, dood aan de ouders teruggegeven.” Jehovah’s Getuigen verkondigers van Gods Koninkrijk p. 184
“Maar Jehovah’s Getuigen geloven dat een transfusie krijgen . . . de eeuwige vernietiging tot gevolg [kan hebben].” Hoe kan bloed uw leven redden? p. 31

De Organisatie beweert dat haar standpunt tegen bloedtransfusies gerechtvaardigd is omdat bloedtransfusies ziekten kunnen overdragen, zoals AIDS. (Wachttoren 15 april 1986, p. 26-27). Dit is echter een tegenstrijdige positie, omdat het niet vermeldt dat Getuigen AIDS hebben opgelopen door transfusies met Factor VIII en IX, een toegestane bloedcomponent. Het gaat ook voorbij aan het feit dat een Getuige een orgaantransplantatie kan ondergaan, hoewel dit eveneens risico's op ziekte en afstoting met zich meebrengt.

Veranderende richtlijnen

Jehovah's Getuigen geloven dat het Besturende Lichaam wordt geleid door Gods heilige geest, en aangezien zij hebben verklaard dat bloedtransfusies verkeerd zijn, is het Gods wil om deze af te wijzen. Een nadere beschouwing van de geschiedenis van deze leer toont echter geen bewijs van goddelijke leiding, aangezien er significante veranderingen zijn geweest in wat acceptabel is, waarbij zienswijzen meerdere keren werden veranderd en veranderingen later weer werden teruggedraaid.

In eerste instantie mochten Jehovah's Getuigen vaccinaties, transplantaties en bloedtransfusies ondergaan. In de loop van de 20e eeuw werden al deze medische handelingen echter verboden. Inmiddels zijn al deze handelingen in zekere mate weer toegestaan. Hoewel volledige bloedtransfusies en grote bloedfracties nog steeds verboden zijn, is het nu technisch gezien toegestaan om 100% van de bloedcomponenten toe te dienen, zolang deze zijn afgebroken in kleinere delen.

Tot 1927 was de zienswijze van de Organisatie dat de Bijbelse wetten tegen het gebruik van bloed niet bindend waren voor christenen. Russell accepteerde het algemeen aanvaarde theologische standpunt over deze kwestie, inclusief het idee dat het verbod in Handelingen niet bindend was voor christenen en alleen in de eerste eeuw werd nageleefd om de vrede tussen Joden en heidenen te bewaren.

“Hij suggereerde verder om aan hen te schrijven dat ze zich moesten onthouden van besmetting door afgoden, dat wil zeggen, van vlees dat aan afgoden wordt geofferd (vers 29), en van gewurgde dieren en van bloed - omdat door het eten van dergelijke dingen ze struikelblokken zouden kunnen worden voor hun Joodse broeders (zie 1 Kor. 8:4-13) - en van ontucht... Het moet worden opgemerkt dat er niets wordt gezegd over het houden van de Tien Geboden, noch enig deel van de Joodse wet. Het werd blijkbaar als vanzelfsprekend beschouwd dat ze, nadat ze de geest van Christus hadden ontvangen, de nieuwe wet van liefde als algemene regel zouden volgen. De genoemde dingen waren slechts bedoeld om te voorkomen dat ze zelf struikelden of struikelblokken zouden worden voor anderen." – Vertaald uit het Engels. Wachttoren 15 nov 1892 p. 350-351
“Deze verboden waren nooit van toepassing geweest op de heidenen, omdat zij nooit onder het Wetverbond hadden gestaan; maar zo diep geworteld waren de Joodse ideeën over dit onderwerp dat het voor de vrede van de kerk noodzakelijk was dat ook de heidenen zich aan deze kwestie hielden.

(1)Onthoudt u van offers aan afgoden;
(2) en van bloed;
(3) en van dieren die gewurgd zijn.

Het is naar onze mening daarom dat deze items die zo toegevoegd zijn aan de wet van liefde, moeten worden nageleefd door alle geestelijke Israëlieten als zijnde de goddelijke wil." – Vertaald uit het Engels. Wachttoren 15 april 1909 p. 116-117

Het eten van bloed werd pas in 1927 verboden, onder leiding van Rutherford, toen de Organisatie beweerde dat het verbond met Noach eeuwig was.

Hoe serieus moet iemand de medische leerstellingen van de Wachttoren uit het begin van de 20e eeuw nemen? Dit was de periode waarin Woodworth, de redacteur van The Golden Age (de voorloper van Ontwaakt!), beweerde dat "geneeskunde zijn oorsprong vond in demonologie" en vaccinaties veroordeelde, evenals het knippen van haar door vrouwen, het kauwen van kauwgom, het gebruik van aluminium potten en zelfs het eten van ontbijt.

“Tegelijkertijd sloot God een verbond met Noach, een verbond dat elk levend wezen omvatte; en dat verbond wordt door de Heer aangeduid als: "Het eeuwigdurende verbond."... God vertelde Noach dat elk levend wezen voedsel voor hem zou zijn; maar dat hij het bloed niet mocht eten, omdat het leven in het bloed is.” – Vertaald uit het Engels. Organisation december 1927 p. 371

Bloedtransfusies bleven echter toegestaan en in 1945 bekritiseerde de Nederlandse editie van Consolation (Vertroosting) het verbod op bloedtransfusies als een gebrek aan barmhartigheid.

“Wanneer wij ons leven verliezen, doordat wij weigeren, inspuitingen te laten maken, dient zulks niet tot een getuigenis ter rechtvaardiging van Jehovah's Naam. God heeft nooit bepalingen uitgevaardigd die het gebruik van medicijnen, inspuitingen of bloedtransfusie verbiedt. Het is een uitvinding van menschen, die gelijk de Farizeën Jehovah's barmhartigheid laten.” Vertroosting september 1945 p.29)

In de Wachttoren van 1 juli 1945 werd voor het eerst genoemd dat Gods verbod ook van toepassing zou zijn op menselijk bloed. Er werd melding gemaakt van bloedtransfusies, hoewel deze nog niet direct werden verboden.

“Zie dat de Allerhoogste en Heilige God duidelijke instructies gaf over de behandeling van bloed, in harmonie met zijn eeuwigdurende verbond dat hij sloot met Noach en al zijn nakomelingen; en zie dat het enige gebruik van bloed dat hij heeft geautoriseerd om leven te verschaffen aan de mensheid, het gebruik ervan was als verzoening of boetedoening voor zonde; en dat dit moest gebeuren op zijn heilige altaar of aan zijn genadezetel, en niet door dit bloed direct in het menselijk lichaam op te nemen. Daarom is het voor alle aanbidders van Jehovah die eeuwig leven zoeken in zijn nieuwe wereld van rechtvaardigheid, noodzakelijk om de heiligheid van bloed te respecteren en zich te conformeren aan Gods rechtvaardige regeling betreffende deze vitale kwestie.” – Vertaald uit het Engels. Wachttoren 1 juli 1945 p.201

Niet eerder dan de jaren ‘50 begon de Organisatie specifiek haar censuur op bloedtransfusies uiteen te zetten, meer dan 80 jaar na de oprichting. Als de leer over bloed zo’n cruciale leerstelling is, moet men zich afvragen waarom God zo veel decennia heeft gewacht voordat Hij dit als zodanig door de Organisatie heeft geopenbaard.

Bloedtransfusies werden al vóór de oprichting van de organisatie toegepast. Het is dus niet zo dat de Organisatie zich niet uitsprak tegen de acceptatie van bloedtransfusies omdat ze nog niet bestonden. In feite citeerde de Wachttoren van 1 juli 1945 uit Volume 4 van The Encyclopedia Americana, herziene editie van 1929, met de volgende verklaring:

“Bloedtransfusies dateren al uit de tijd van de oude Egyptenaren. Het vroegst gerapporteerde geval is dat van Paus Innocentius VIII in 1492. … Het was aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw dat het meeste actieve werk werd verricht om de transfusie als een chirurgische procedure na bloedverlies te vestigen.” – Vertaald uit het Engels.

Bloedtransfusies werden succesvol gebruikt bij mensen in het begin van de 19e eeuw. De ABO-bloedgroepen werden geïdentificeerd in 1930 en de eerste bloedbank werd opgericht in 1932. – Vertaald uit het Engels van: History of Blood Transfusion Medicine - BloodBook, Blood Information for Life. Oktober 2008.

“In de jaren ’40 begonnen wetenschappers bloed uit te splitsen in zijn verschillende bestanddelen.” Ontwaakt! 22 oktober 1990 p.4

In een serie van de rubriek “Vragen van Lezers” in de Wachttoren van 1 mei (p. 414) en 1 juni (p. 174-175) 1952, werd gedetailleerd uiteengezet dat Jehovah’s Getuigen worden geacht op geen enkele manier gebruik te maken van bloed.







De Ontwaakt! van 22 oktober 1951 bevatte een ervaring van Getuigen ouders die een bloedtransfusie voor hun stervende baby weigerden. De moeder werd geciteerd met de volgende uitspraak:

“Ik heb altijd al een meisje gewild. Maar we kunnen niet de wet van Jehovah overtreden. Hij heeft ons deze geboden gegeven. Hij vertelde ons dat als we ze volgen, we zullen leven. Als we dat niet doen, zal hij ons verlaten. We geloven dat het belangrijker is om zijn geboden uit te voeren dan ze opzettelijk te overtreden door mijn baby bloed te geven.” – Vertaald uit het Engels. Ontwaakt! 22 oktober 1951 p. 4.

Bloedtransfusies bleven in de jaren ‘50 een gewetenskwestie en waren geen grond voor uitsluiting uit de gemeente.

“Gemeenten hebben echter nooit instructies ontvangen om iemand die vrijwillig bloedtransfusies nam, uit te sluiten of hun goedkeuring er aan te verlenen. Wij laten het oordeel over zulke schenders van Gods wet inzake de heiligheid van bloed aan de Opperste Rechter, Jehovah, over.” Wachttoren 1 maart 1959 p. 159

In 1961 werden volgens de Wachttoren (15 juli 1961 p. 446-447) bloedtransfusies een grond voor uitsluiting, hetgeen benadrukt hoe belangrijk deze leerstelling was geworden voor de Organisatie.



“In overeenstemming met dat begrip van de kwestie werd vanaf 1961 iedereen die het goddelijke vereiste negeerde, bloedtransfusies aanvaardde en blijk gaf van een onberouwvolle houding, uitgesloten uit de gemeenten van Jehovah’s Getuigen.”Jehovah’s Getuigen¬¬ – Verkondigers van Gods Koninkrijk p. 183

Dit geldt zowel voor een Jehovah's Getuige die bloed consumeert of toegediend krijgt, als voor een ouder die toestaat dat zijn of haar kinderen een bloedtransfusie ondergaan. Dit ondanks het feit dat het Nieuwe Testament nooit het consumeren van bloed vermeldt als een reden voor uitsluiting uit de gemeente.

Vaccinaties

Vaccinaties waren oorspronkelijk toegestaan.

1921 – Vanaf 1921 werden in The Golden Age een reeks artikelen gepresenteerd die vaccinaties beschrijven als iets dat ingaat tegen het eeuwige verbond van God. (The Golden Age 12 oktober 1921 p. 17; 4 februari 1931 p. 293)

1952 – Na 30 jaar keerde de Organisatie terug naar haar oorspronkelijke zienswijze en stond het vaccinaties weer toe. (Wachttoren 15 mei 1953 p. 159-160)

Orgaantransplantatie

Orgaantransplantaties werden oorspronkelijk beschreven als "wonderbaarlijk en nuttig."

1967 – Transplantaties werden verboden voor Getuigen omdat het zou neerkomen op kannibalisme. Dit bleef het geval tot in de jaren 1970. (Wachttoren 1968 1 februari p. 94-96)

1980 – De Organisatie draaide de beslissing terug en orgaantransplantaties werden weer acceptabel. (Wachttoren 1980 15 juni p. 31-32)

Bloed eten

1892 – Aanvankelijk mocht bloed gegeten worden. (Wachttoren 15 november 1892 p. 349-352; Wachttoren 15 april 1909 p. 116-117)

1927 – Bloed mocht niet langer worden gegeten (Wachttoren december 1927 p. 371)

Bloed serum

1954 – Onacceptabel

"Ons wordt verteld dat het anderhalf pint vol bloed kost om genoeg van het bloed-eiwit of 'fracties' genaamd gamma-globuline voor één injectie te krijgen... Omdat het gemaakt is van vol bloed, valt het wat betreft Jehovah's verbod op het binnenkrijgen van bloed in dezelfde categorie als bloedtransfusies." – Vertaald uit het Engels. Ontwaakt! 8 januari 1954 p. 24

1958 – Acceptabel (Wachttoren 15 december p.764)

1963 – Onacceptabel (Wachttoren 1 augustus, p. 471)

1974 – Een gewetenskwestie (Wachttoren 1 september p.544)

Hemodilutie

1972 – Onacceptabel

“De mannen van de wetenschap zijn voortdurend bezig met het ontwikkelen van nieuwe methoden voor het verrichten van operaties. The Journal of the American Medical Association van 15 november 1971 beschrijft een methode voor het verrichten van open-hartoperaties, waarbij gebruik wordt gemaakt van „afgescheiden bloedverdunning”. Aan het begin van een operatie wordt een grote hoeveelheid bloed afgenomen en in een plastic bloedzak opgeslagen. Hoewel de zak door een slang verbonden blijft met de patiënt, circuleert het verwijderde en opgeslagen bloed niet langer in het bloedvatenstelsel van de patiënt. Het bloed wordt vervangen door een plasma-aanvullend middel, waardoor het overgebleven bloed in de aderen wordt verdund. Deze vloeistof verdwijnt langzaam tijdens de operatie. Vlak voor het beëindigen van de operatie wordt de zak met bloed omhooggeheven en wordt het opgeslagen bloed in het aderstelsel van de patiënt teruggebracht. De New York Times van 9 november 1971 bericht over een enigszins zelfde methode, waarbij enige dagen voor de operatie ongeveer één driekwart liter bloed wordt afgenomen en opgeslagen. Tijdens de operatie ontvangt de patiënt een transfusie van zijn eigen bloed, waarmee de gevaren van het overbrengen van ziekten en het toedienen van verkeerd bloed zijn buitengesloten. Voor christenen is het van belang van deze technieken af te weten, daar ze in strijd zijn met Gods Woord. De bijbel toont aan dat het bloed niet uit het lichaam genomen mag worden om te worden opgeslagen en later weer gebruikt te worden.” Ontwaakt! 8 juli 1972 p. 29-31

1983 – Acceptabel

“Met dit in gedachten, en heus niet alleen om tegemoet te komen aan de verzoeken van Jehovah’s Getuigen, heeft Denton Cooley [Houston, Texas (VS)] nu al meer dan zeven jaar open-hartoperaties uitgevoerd en daarbij transfusies beperkt door ze, wanneer dat maar mogelijk was, te vervangen door een verdunning van het bloed van de patiënt met een oplossing van glucose en heparine. Als deze methode al zo lang voortreffelijke resultaten oplevert . . . vraagt men zich af waarom ze niet algemeen in de huidige chirurgie toegepast wordt.” Ontwaakt! 8 augustus 1983 p. 23

Bloedtransfusie

Oorspronkelijk toegestaan.

Bloedtransfusies en het doneren van bloed voor transfusie werden aanvankelijk geprezen. (The Golden Age 29 juli 1925 p. 683; The Golden Age 1 mei 1929 p. 502; Consolation 25 december 1940 p. 19)

1945 – Verboden. Bloedtransfusies werden voor het eerst als verkeerd aangeduid. (Wachttoren 1 juli 1945 p. 198-201).

1961 – Overtreding waarop uitsluiting staat. (Wachttoren 15 juli 1971 p. 446-447)

Dat gold zowel voor volbloed als voor fracties:

“Wanneer er redenen bestaan om te geloven dat een bepaald produkt bloed of een bloedfractie bevat…. Wanneer het etiket echter vermeldt dat bepaalde tabletten hemoglobine bevatten, zal een soortgelijk onderzoek onthullen dat dit van bloed afkomstig is; aldus weet een christen zonder het te vragen dat hij zo’n preparaat dient te mijden. Het is duidelijk dat deze dingen door een ieder het best plaatselijk kunnen worden nagegaan.” Wachttoren 1 maart 1962 p. 158

Wordt langzaam weer toegestaan

1982 – Een opsomming van bloedcomponenten, waarbij enkele kleinere componenten zijn toegestaan. Grote componenten en hemodilutie zijn verboden. (Ontwaakt! 22 september 1982 p. 25)

1995 – Acute Normovolemic Hemodilutie (ANH) en de autologe bloedrecuperatieprocedure (Cell Saver) zijn acceptabel, ondanks dat het bloed tijdelijk buiten het lichaam wordt opgeslagen. (Wachttoren 1 augustus 1995 p. 30)

2000 – Belangrijke wijziging in het bloedbeleid: nu is alle bloed toegestaan wanneer het wordt omgezet naar kleinere fracties.

“Gaat het echter om uit een van de hoofdbestanddelen gewonnen fracties, dan moet iedere christen, na daarover goed en onder gebed nagedacht te hebben, daarin zelf een beslissing nemen die in overeenstemming is met zijn geweten. “ Wachttoren 15 juni 2000 p. 31

De Wachttoren van 15 juni 2004 p. 19-23, bevat een gedetailleerde bespreking over bloed en bevat een tabel die aangeeft dat transfusies van geheel bloed en 'grote' componenten onaanvaardbaar zijn. 'Grote' componenten worden weergegeven als rode cellen, witte cellen, plasma en bloedplaatjes. Fracties van deze vier componenten mogen echter worden gebruikt. Ditzelfde concept kwam ook terug in 2006 en 2008.


Wachttoren 2004 15 juni p. 19-23

Blijf in Gods Liefde p. 218

Met andere woorden, wanneer bloed wordt afgebroken tot componenten die klein genoeg zijn, kan 100% ervan aan Jehovah’s Getuigen worden toegediend middels transfusie.

Hemoglobine

Hemoglobine is wat bloed zijn functie geeft, omdat het zuurstof transporteert. Het is ook een belangrijk component van bloed qua gewicht, verantwoordelijk voor 33% van de rode bloedcellen en 14% van het totale bloed. Het toestaan van hemoglobine, maakt het hele bloedbeleid van de Organisatie eigenlijk betekenisloos.

1992 – Specifiek verboden

“Het zou natuurlijk goed zijn om producten te vermijden waarop dingen zoals bloed, bloedplasma, plasma globine, - (of globuline-)eiwitten of hemoglobine- (of globine -) ijzer vermeld staan.” Wachttoren 15 oktober 1992 p. 31

2000 – Indirect toegestaan

Aangezien de Wachttoren van 15 juni 2000 aangeeft dat fracties van de vier bloedcomponenten zijn toegestaan, werd hemoglobine indirect toegestaan, aangezien het een fractie is van rode bloedcellen. Deze conclusie kan ook worden getrokken uit het overzicht uit 2004.

2006 – Specifiek toegestaan

In de Koninkrijksdienst van november 2006 p. 5, vermeldt het werkblad specifiek dat hemoglobine een persoonlijke beslissing is.

Toedienen van een bloedtransfusie

Een verpleegkundige of arts zou een bloedtransfusie kunnen toedienen als dit door een leidinggevende werd opgedragen. In 2018 besloot het Besturende Lichaam dat dit beleid verkeerd was. Hoe is het mogelijk dat de Organisatie in de 21e eeuw nog steeds van gedachten verandert over zo'n fundamenteel aspect van bloedtransfusies?

1999 – Toegestaan

“Sommige christenen die in een ziekenhuis werken, hebben deze gezagsfactor in overweging moeten nemen. Een arts bezit wellicht de autoriteit om medicijnen of medische procedures voor een patiënt voor te schrijven. Hoe zou een met gezag beklede christelijke arts, ook al heeft de patiënt geen bezwaar tegen de behandeling, een bloedtransfusie kunnen voorschrijven of een abortus kunnen verrichten terwijl hij weet wat de bijbel hierover zegt? In tegenstelling hiermee is een verpleegster die in het ziekenhuis werkzaam is misschien niet met zo’n autoriteit bekleed. Een arts zou haar kunnen opdragen om tijdens de routinewerkzaamheden die zij verricht, een bloedproef voor een of ander doel te verrichten of voor een patiënt te zorgen die voor een abortus is gekomen. In harmonie met het in 2 Koningen 5:17-19 opgetekende voorbeeld zou zij kunnen concluderen dat zij, omdat zij niet de met gezag beklede persoon is die een transfusie voorschrijft of een abortus verricht, een dienst voor een patiënt kan verrichten. Natuurlijk zal zij nog steeds haar geweten in aanmerking moeten nemen om zich ’met een zuiver geweten voor God te kunnen gedragen’. — Handelingen 23:1.” Wachttoren 15 april 1999 p. 30

2018 – Verboden

"We willen u graag informeren over een bijgewerkt beleid met betrekking tot de vraag of een christen een bloedtransfusie mag toedienen als hij daartoe wordt aangewezen door een hogere autoriteit. Het vorige beleid was dat het een persoonlijke, gewetensvolle beslissing was of men zo'n verzoek moest gehoorzamen. Echter, na zorgvuldige overweging heeft het Besturende Lichaam vastgesteld dat het toedienen van zo'n transfusie zo nauw verbonden is met een onbijbelse praktijk dat men ongetwijfeld medeplichtig wordt aan een verkeerde praktijk. Daarom zou het voor een christen onder geen enkele omstandigheid passend zijn om een bloedtransfusie toe te dienen." – Vertaald uit het Engels. TO ALL HOSPITAL LIAISON COMMITTEES 15 jun 2018

In 2024 is deze verandering nog steeds niet gepubliceerd in enige Wachttoren-publicatie en blijft deze onbekend voor de meeste Jehovah's Getuigen. Om de implicaties hiervan te begrijpen, zie de Reddit-post "Administering Blood Transfusions" (In Engels).

Bepalen welke componenten zijn toegestaan

In 1958 was de vraag of componenten het lichaam voeden, het bepalende criterium voor wat acceptabel was, wat leidde tot de toestemming van 7 serums.

“Hoewel het nooit Gods voornemen is geweest dat de mens zijn bloed door vaccins, serums of bloedfracties zou verontreinigen, schijnt het gebruik er van niet in Gods uitdrukkelijke gebod, geen bloed als voedsel te gebruiken, te zijn inbegrepen. Daarom is het voor ieder een persoonlijke aangelegenheid te beslissen of hij zulke medicamenten zal gebruiken of niet.” Wachttoren 15 december 1985 p. 764

In 1982 werd het concept van 'voeding' vervangen door de overweging of een fractie een 'grote' component was. Grote componenten zijn verboden, maar bepaalde kleinere componenten zijn toegestaan.

“Hoewel deze bijbelverzen niet in medische termen geformuleerd zijn, is de zienswijze van de Getuigen dat ze een verbod inhouden van transfusie van volledig bloed, geconcentreerde suspensies van rode bloedlichaampjes en plasma, alsook het toedienen van witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes. Naar hun religieuze begrip is het de Getuigen echter niet volledig verboden gebruik te maken van componenten zoals albumine , immunoglobuline en preparaten voor lijders aan de bloederziekte; iedere Getuige moet individueel beslissen of hij deze kan aanvaarden.” Ontwaakt! 22 september 1982 p. 24-25

In 1990 werd de afweging of kleinere componenten wel of niet konden worden gebruikt gerelateerd aan wat wel en niet via de placenta werd overgedragen.

“Dat sommige eiwitfracties uit het plasma op natuurlijke wijze overgaan in het bloedvatenstelsel van een ander individu (de foetus), kan een verder punt van overweging vormen voor een christen wanneer hij beslist of hij eventueel immunoglobuline, albumine of soortgelijke injecties met een plasmafractie kan aanvaarden. De een kan van mening zijn dat hij dat met een goed geweten kan doen; een ander is misschien van mening dat hij dat niet kan. Ieder moet in de aangelegenheid een persoonlijke beslissing nemen voor het aangezicht van God.” Wachttoren 1 juni 1990 p. 31

In 2000 werd de regel sterk vereenvoudigd. Een "grote" component mag niet worden gebruikt, maar een "kleine" component mag dat wel. De volgende sectie zal laten zien dat er geen basis of logica achter deze redenering zit. Het onderscheid wordt beschreven in het boek Blijf in Gods Liefde uit 2008.

Schriftuurlijke zienswijze ten aanzien van bloed

Het consumeren van bloedcellen is geen probleem in de Bijbel, aangezien vlees gegeten mocht worden ondanks het aanwezige bloed. Het punt was respect voor de heiligheid van het leven. Hoewel de Bijbelse wetten over bloed in de loop der tijd zijn veranderd, is het respect voor het leven nooit veranderd. Het is de vraag of het weigeren van bloed in een levensbedreigende situatie daadwerkelijk respect voor het leven toont. Het is interessant om de Schriftuurlijke ontwikkeling te onderzoeken.

Noach

Noachitische wetten

Na de zondvloed gaf God aan Noach wat de Joden de zeven Noachitische Wetten noemen.

“De Noachitische geboden, Noachidische geboden of de Zeven Wetten van Noach (Hebreeuws: שבע מצוות בני נח) zijn een rabbinale constructie op grond van de Hebreeuwse Bijbel (Genesis 2:16 en 9:4 en verder), die speciaal bestemd is voor niet-Joden die willen leven zoals God het bedoeld heeft. Men noemt dit ook wel Briet Noach, het "Verbond van Noach".

De Noachitische Geboden zijn:

1. Gebod om rechtvaardigheid te betrachten, rechtbanken in te stellen en in stand te houden om de volgende verboden te kunnen handhaven.

2. Verbod om de Schepper te vervloeken of Zijn Naam te gebruiken of om (iets van) het geschapene te vervloeken.

3. Verbod op afgoderij (schepselen dienen of aanbidden).

4. Verbod om te moorden.

5. Verbod op onzedelijkheid zoals incest.

6. Verbod om te stelen of iemand te ontvoeren.

7. Verbod op het eten van het vlees van een nog levend dier.”

https://nl.wikipedia.org/wiki/Noachitische_geboden

Dit zijn de enige wetten die de Joden bindend achten voor heidenen, en geen daarvan betreft het eten van bloed.

De Organisatie claimt dat het gebod zich te onthouden van bloed is ontstaan bij Noach:

“Vlak na de zondvloed in de dagen van Noach gaf God Noach en zijn gezin toestemming om het vlees van dieren te eten. God legde hun één beperking op: ze mochten geen bloed eten (Genesis 9:3, 4). “ Wachttoren 1 oktober 2008 p. 31

Genesis 9:4 bespreekt echter niet het eten van bloed, maar Noach kreeg de instructie:

"Alleen het vlees met zijn ziel - zijn bloed - moet je niet eten."

Dit bevel betreft respect voor het dierenleven tijdens het ritueel van slachting. Het zegt niet dat bloed niet gegeten kon worden. In de strikte Hebreeuwse bewoording betekent het dat een dier niet levend mag worden ontleed voor voedsel. In het algemeen wordt het opgevat als een richtlijn om uit respect voor het leven van het dier het bloed te laten afvloeien bij het doden voor voedsel; een bevel tegen het eten van iets wat verstikt is.

De Organisatie gebruikt dit als een sleuteltekst om aan te tonen dat bloedtransfusies niet mogen worden gebruikt, en probeert het toe te passen op de consumptie van menselijk bloed. Geen van beide punten wordt in deze schriftplaats besproken.

Oorspronkelijk erkende de Organisatie dat Genesis 9:4 niet van toepassing was op het eten van bloed, zoals blijkt uit het volgende artikel dat probeerde aan te tonen dat vaccinaties verkeerd waren.

"Alle redelijke geesten moeten concluderen dat het niet het eten van het bloed was waar God bezwaar tegen had, maar het was het in contact brengen van het bloed van het dier met het bloed van de mens." – Vertaald uit het Engels. Golden Age 4 feb 1931 p. 294

Aangezien de wet aan Noach betrekking had op de daad van het doden van een dier, en niet op het bloed zelf, staat Deuteronomium 14:21 Israëlieten toe om niet uitgebloed vlees van dode dieren te verkopen als voedsel voor "vreemdelingen" en "buitenlanders." Dit komt omdat de vreemdeling gebonden was aan de Noachitische wetten, maar niet aan de Mozaïsche Wet.

Mozaïsche Wet

De Mozaïsche Wet bestond uit meer dan 600 wetten voor het volk Israël, wat een aanzienlijke uitbreiding was ten opzichte van de wetten die aan Noach werden gegeven. Voor het eerst werd in de Mozaïsche Wet vermeld dat bloed niet gegeten mocht worden; het eten van bloed zou resulteren in de dood.

Leviticus 17:10 “Als een Israëliet of een vreemdeling die bij jullie woont bloed eet — wat voor bloed dan ook — zal ik mij beslist keren tegen degene die het bloed eet, en ik zal hem ter dood brengen.”

Toch was dit ook gerelateerd aan het ritueel van het laten uitlekken van bloed van een voor voedsel geslacht dier, en niet aan het bloed zelf. Dit blijkt uit Leviticus 17:15.

“Als iemand — Israëliet of vreemdeling — een dier eet dat dood wordt aangetroffen of dat door een wild dier verscheurd is, dan moet hij zijn kleren en zichzelf met water wassen, en hij zal tot de avond onrein zijn. Daarna is hij weer rein.”

Als het dier al dood was, gold de doodstraf niet voor het eten van een niet uitgebloed dier; in plaats daarvan moesten zij zich wassen omdat zij onrein waren vanwege het aanraken van een dood lichaam.

De Mozaïsche Wet verviel toen Jezus stierf (Romeinen 10:4). Aangezien de Mozaïsche Wet niet langer van toepassing is op christenen, hoeven de Mozaïsche Wetten met betrekking tot bloed niet te worden gevolgd. Jezus’ dood maakte een einde aan de legalistische benadering van het leven die door de Mozaïsche Wet werd opgelegd. Zijn uitspraak dat christenen niet verontreinigd worden door wat zij eten, omvat ook de Mozaïsche Wetten over zaken zoals varkensvlees, oesters en bloed.  

Mattheus 15:11 “Niet wat je mond in gaat, maakt je onrein, maar wat je mond uit komt, dat maakt je onrein.”
Markus 7:15 “Niets wat van buitenaf in iemand komt, kan hem onrein maken, maar wat uit iemand komt, dat maakt hem onrein.”

David

Uit het voorbeeld van David blijkt dat de regelgeving omtrent bloed betrekking had op het ritueel van slachten van dieren voor voedsel. David was niet verplicht om de beren en leeuwen die hij had gedood ter bescherming van zijn schapen te laten uitbloeden (1 Samuël 17:34-36).

In 2 Samuël 23:13-16, toen de dappere mannen hun leven riskeerden om vers water voor David te halen, goot hij het water uit als een offer voor Jehovah (zoals voorgeschreven voor bloed) en berispte hij deze mannen omdat zij geen respect hadden getoond voor de heiligheid van hun eigen leven. De woorden die hij gebruikte zijn verhelderend.

“….Ze brachten het naar David, maar hij weigerde het te drinken en goot het uit voor Jehovah. Hij zei: ‘Het is voor mij ondenkbaar dat ik dit doe, o Jehovah! Moet ik het bloed drinken van deze mannen die dit met gevaar voor eigen leven hebben gehaald?”

David's parallel tussen water en bloed en leven toont aan dat het niet letterlijk bloed is dat belangrijk is voor Jehovah, maar eerder respect voor leven. Jehovah veroordeelt roekeloze verspilling van leven.

Eerste-eeuwse Christenen

Zoals eerder besproken, toonde Jezus aan dat het behoud van leven altijd belangrijker is geweest dan strikte naleving van de Mozaïsche Wet. De reden voor de strikte vereisten binnen de Mozaïsche Wet was om de noodzaak van Jezus’ loskoopoffer te benadrukken. Als zodanig stopte de Mozaïsche Wet met gelden toen Jezus stierf voor de mensheid.

Kolossenzen 2: 13b, 14 “Hij heeft ons al onze overtredingen van harte vergeven. Het handgeschreven document met zijn voorschriften dat tegen ons was, heeft hij uitgewist. Hij heeft het verwijderd door het aan de martelpaal te nagelen.”

De Organisatie heeft echter de Mozaïsche Wet gebruikt om haar zienswijze ten aanzien van bloed op te baseren.

“Het komt voor dat een arts er bij een patiënt op aandringt een deel van zijn eigen bloed weken vóór een operatie in bewaring te geven (preoperatieve autologe donatie), zodat hij de patiënt, mocht de noodzaak zich voordoen, diens eigen opgeslagen bloed kan toedienen. Dit afnemen, opslaan en toedienen van bloed gaat echter lijnrecht in tegen hetgeen in Leviticus en Deuteronomium wordt gezegd. Bloed mag niet opgeslagen worden; het moet uitgegoten worden — aan God teruggegeven worden als het ware. Toegegeven, de Mozaïsche Wet is nu niet van kracht. Niettemin respecteren Jehovah’s Getuigen de beginselen die God erin heeft opgenomen en ze zijn vastbesloten ’zich van bloed te onthouden’. We staan dus geen bloed af en slaan evenmin voor een transfusie ons bloed op dat ’uitgegoten’ moet worden.” Dat is in strijd met Gods wet.” Wachttoren 15 oktober 2000 p. 31

Door de Mozaïsche Wet te gebruiken om bindende regelgeving voor haar volgelingen te creëren, ondermijnt de Organisatie de waarde van het bloed van Christus door het loskoopoffer. Paulus waarschuwde tegen degenen die terugkeren naar de Mozaïsche Wet:

2 Korinthiers 3: 14,15 “Maar hun denken was afgestompt. Want tot op de dag van vandaag blijft hun denken met dezelfde sluier bedekt wanneer het oude verbond wordt gelezen, omdat hij alleen via Christus wordt weggenomen. Tot nu toe ligt er steeds als Mozes wordt gelezen een sluier over hun hart.”

Handelingen 15 - Onthouden van bloed?

Er is één factor die op het eerste gezicht de kwestie van bloed kan compliceren, tevens de belangrijkste schriftplaats die de Organisatie gebruikt om haar standpunt te rechtvaardigen. In Handelingen 15:21 wordt vermeld dat de Apostelen en Oude Mannen een decreet gaven om "zich van bloed te onthouden." Op het eerste gezicht kan dit impliceren dat de Mozaïsche Wet voortaan van toepassing zou zijn op christenen met betrekking tot het eten van bloed. Dit is hoe Jehovah's Getuigen Handelingen 15 momenteel interpreteren en het is hun belangrijkste ondersteuning voor het weigeren van bloedtransfusies.

Handelingen 15:21 heeft geen betrekking op bloedtransfusies wanneer het wordt begrepen in zijn historische en religieuze context. Het wordt door de meerderheid van de christelijke religies niet beschouwd als een bindend bevel, noch werd het zo begrepen door Pastor Russell. Zoals al aangetoond, verbood de Noachitische wet op bloed niet het eten van bloed, maar ging het over het tonen van respect bij het doden van een dier. Bloedtransfusies gaan niet gepaard met het nemen van een leven.

Het gebod in Handelingen:

1. Is geen bindend bevel voor alle individuen.
2. Heeft geen betrekking op bloedtransfusies.

De situatie in Handelingen was zeer specifiek. Joodse christenen hadden moeite om de heidense christenen te accepteren, vooral met betrekking tot de besnijdenis. Paulus, de Apostel der Heidenen, bekeerde heidenen en leerde terecht dat zij niet verplicht waren de Mozaïsche Wet te volgen. Deze groep Joodse christenen beweerden superieur te zijn aan de heidense christenen vanwege hun naleving van de Mozaïsche Wet. De New Catholic Encyclopaedia, zegt hierover:

"Een groep Joodse christenen in de vroege kerk, die ofwel van mening was dat besnijdenis en het naleven van de Mozaïsche Wet noodzakelijk waren voor redding en deze daarom aan de heidense bekeerlingen wilde opleggen, of die op zijn minst als verplicht beschouwden voor de Joodse christenen." – Vertaald uit het Engels.

De Apostelen en oude mannen kwamen samen om de toepassing van de Mozaïsche Wet te bespreken en kwamen tot de conclusie dat naleving van de Mozaïsche Wet niet noodzakelijk was. Ze adviseerden echter dat de 'gelovigen uit de heidenen' vier dingen uit de Mozaïsche Wet zouden naleven.

Handelingen 21:25 “Wat de gelovigen uit de heidenen betreft, we hebben hen schriftelijk op de hoogte gesteld van onze beslissing dat ze zich ver moeten houden van wat aan afgoden is geofferd, en ook van bloed, van verstikt vlees en van seksuele immoraliteit.”

Dit is geen uitputtende lijst van verboden (moord ontbreekt bijvoorbeeld opvallend genoeg), dus waarom werd deze ongewone lijst gegeven? Het was bedoeld om te voorkomen dat Joodse broeders zouden struikelen. Dit werd uitgelegd in de Wachttoren van 15 april 1909 p. 116-117 en is de gangbare christelijke opvatting. De New Catholic Encyclopaedia stelt:

“Deze vier verboden werden ingesteld met het oog op liefdadigheid en eenheid. Omdat ze praktijken verboden die door alle Joden met bijzondere afschuw werden beschouwd, was het noodzakelijk om ze in acht te nemen om te voorkomen dat de Joodse broeders geschokt zouden worden en om vrij verkeer tussen de twee groepen christenen mogelijk te maken. Met het verdwijnen van de Joods-christelijke gemeenschap van Jeruzalem ten tijde van de opstand (AD 67-70), hield het belang van de kwestie van besnijdenis en de naleving van de Wet op, en werd het al snel een irrelevant onderwerp." – Vertaald uit het Engels. The Catholic Encyclopedia, 1910 as displayed at newadvent.org . September 17 2005.

Hoe komen zowel geleerden als Russell tot deze conclusie? Ten eerste, omdat de Mozaïsche Wet niet langer van toepassing was, is het niet logisch dat christenen slechts dit deel ervan zouden moeten behouden. Dit is vooral het geval als je bedenkt dat deze vier dingen niet de enige noch belangrijkste Mozaïsche regels zijn die een christen zou moeten volgen.

Jakobus legde uit waarom juist deze vier dingen werden genoemd in Handelingen 15:20, in het volgende vers.  

Handelingen 15:19-21 “Het is dan ook mijn beslissing om het de heidenen die zich tot God bekeren niet moeilijk te maken, maar hun te schrijven dat ze zich moeten onthouden van dingen die door afgoden zijn verontreinigd, van seksuele immoraliteit, van verstikt vlees en van bloed. Want sinds de oudheid zijn er in stad na stad mensen geweest die Mozes prediken, omdat hij elke sabbat in de synagogen wordt voorgelezen.”

De Wet van Mozes werd elke sabbat in de synagogen voorgelezen. Het gedeelte van Leviticus 17:1 tot 18:27 was van toepassing op zowel Joden als heidenen. Dit gedeelte bevat dezelfde vier vereisten, in exact dezelfde volgorde als in Handelingen 21:25. (Leviticus 17:7 offers aan afgoden; Leviticus 17:10 het eten van bloed; Leviticus 17:13 het uitbloeden van een dier; Leviticus 18 ontucht) Dit waren verplichtingen voor zowel Israëlieten als vreemdelingen die in het oude Israël woonden. Deze regels werden als uiterst belangrijk beschouwd door de Joden, omdat ze waren gebaseerd op de Noachitische wetten.

  • Genesis 8:20 " Vervolgens bouwde Noach een altaar voor Jehovah." introduceerde het concept van het afzien van afgoderij.
  • Genesis 9:1 " Wees vruchtbaar, word talrijk en vul de aarde." Introduceerde het idee van het huwelijk en het vermijden van ontucht.
  • Genesis 9:4 " Alleen vlees met het leven — het bloed — er nog in mogen jullie niet eten." verwees naar het onthouden van dingen die gewurgd zijn.
  • Genesis 9:6 " Als iemand het bloed van een mens vergiet, zal zijn eigen bloed door een mens vergoten worden." introduceerde de wet op bloed door moord te verbieden. Opnieuw zien we dat de basis voor de wet op bloed het respect voor leven was.

Dit is de reden waarom deze vier punten zoveel betekenis hadden voor de christelijke Joden en waarom de apostelen concludeerden dat het naleven ervan noodzakelijk was om struikelen binnen de omliggende Joodse gemeenten te voorkomen.

Paulus stelt specifiek dat er niets mis is met het eten van voedsel dat aan afgoden is geofferd en legt uit dat dit verbod werd ingevoerd om anderen niet te laten struikelen. Dit was alleen een probleem in gemeenten waar er spanningen waren tussen Joodse christenen en heidenen.

1 Korintiërs 8: 4-13 “Dus wat betreft het eten van voedsel dat aan afgoden is geofferd: we weten dat een afgod niets is in de wereld en dat er maar één God is. Want ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde — en er zijn veel ‘goden’ en veel ‘heren’ — in werkelijkheid is er voor ons maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn ontstaan en voor wie wij bestaan. En er is één Heer, Jezus Christus, via wie alle dingen zijn ontstaan en via wie wij bestaan. Maar niet iedereen heeft die kennis. Vanwege hun vroegere banden met afgoden eten sommigen voedsel als iets dat aan een afgod is geofferd, en zo verontreinigen ze hun geweten, dat zwak is. Voedsel zal ons niet dichter bij God brengen. We worden er niet slechter van als we niet eten, en we worden er ook niet beter van als we wel eten. Maar blijf erop letten dat jullie recht om te kiezen niet op de een of andere manier een struikelblok wordt voor degenen die zwak zijn. Want als iemand die zwak is, ziet dat jij die kennis hebt in een afgodstempel een maaltijd gebruikt, zal zijn geweten dan niet zó worden beïnvloed dat hij voedsel gaat eten dat aan afgoden is geofferd? Zo gaat door jouw kennis degene die zwak is ten onder, je broeder voor wie Christus is gestorven. Als jullie op die manier tegen je broeders zondigen en hun zwakke geweten beschadigen zondigen jullie tegen Christus. Als voedsel mijn broeder laat struikelen, zal ik daarom helemaal nooit meer vlees eten, zodat ik mijn broeder niet laat struikelen.”
1 Korintiërs 10: 24-33 “Eet alles wat op een vleesmarkt wordt verkocht, zonder vanwege je geweten navraag te doen, want ‘van Jehovah is de aarde en alles daarop’. Als een ongelovige je uitnodigt en je wilt erheen gaan, eet dan alles wat je wordt voorgezet, zonder vanwege je geweten navraag te doen. Maar als iemand tegen je zegt: ‘Dit is iets dat geofferd is’, eet er dan niet van ter wille van degene die het heeft gezegd en ter wille van het geweten. Ik bedoel niet je eigen geweten, maar dat van de ander. Want waarom zou ik mijn vrijheid gebruiken als die geoordeeld zou worden door het geweten van iemand anders? Waarom zou ik iets eten en God daarvoor danken als ik dan bekritiseerd zou worden om iets waarvoor ik dank? Dus of je nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. Word voor zowel Joden als Grieken en voor de gemeente van God geen struikelblok. Ook ik probeer alle mensen in alles tegemoet te komen en zoek niet mijn eigen voordeel maar dat van de anderen, zodat ze worden gered.”

Hoewel het decreet in Handelingen 15, het heeft over het onthouden van het eten van voedsel dat aan afgoden is geofferd, maakt Paulus duidelijk dat er op zichzelf niets mis is met deze praktijk. Hij zei dat het alleen verkeerd was als het andere broeders deed struikelen, in dit geval de Joodse christenen. Hetzelfde principe geldt voor bloed. Handelingen 15 noemt voedsel dat aan afgoden is geofferd, bloed en dieren die zijn gewurgd, omdat deze zaken struikelblokken waren in de gemengde gemeenten, vanwege de vermelding "in de synagoge op elke sabbat". Niet omdat ze weerzinwekkend zouden zijn voor God. Dit werd minder belangrijk na de verwoesting van de tempel in 70 n.Chr. en heeft in onze tijd geen relevantie meer.

Het onthouden van bloed wordt nergens anders in het Nieuwe Testament genoemd. Het wordt nooit besproken als een reden om een broeder te mijden. Paulus noemt het eten van bloed niet in 1 Korinthiërs 5 als een reden om niet meer om te gaan met een broeder, en Johannes noemt het ook niet. In Openbaring 21:8 en 1 Korinthiërs 6 wordt bloed niet genoemd als een reden om Gods Koninkrijk niet te beërven. Als het vermijden van bloed een belangrijke vereiste van God was, zou het zeker worden genoemd naast zonden zoals hoererij, moord en afgoderij, die herhaaldelijk worden veroordeeld in het Nieuwe Testament.

Bloedtransfusies en verkrachting

De Organisatie vergelijkt een door de rechtbank afgedwongen bloedtransfusie met verkrachting.

“En aangezien de bijbel het zich onthouden van bloed op hetzelfde morele niveau plaatst als het vermijden van hoererij, zou het opdringen van bloed aan een christen overeenkomen met gedwongen seks — verkrachting . — Handelingen 15:28, 29. “U hebt het recht om te kiezen, hoe kan bloed uw leven redden p. 20
“Een zuster (in de Verenigde Staten) antwoordde een rechter dat zij in zo’n geval niet verantwoordelijk zou zijn voor wat hij besliste. Hoewel dit vanuit een bepaald gezichtspunt juist is, vatte de rechter het zo op dat, aangezien zij niet verantwoordelijk gesteld zou worden, hij dan de verantwoordelijkheid voor haar op zich zou kunnen nemen. Hij beval een transfusie te geven. Je moet begrijpen dat men door deze vragen te stellen gewoonlijk een manier tracht te vinden om jouw weigering bloed te aanvaarden, te omzeilen. Speel hun die niet onbedoeld in handen! Hoe zouden wij dit misverstand dan kunnen vermijden? Je zou kunnen antwoorden:

„Zou mij op de een of andere manier onder dwang bloed worden gegeven, dan zou dat voor mij hetzelfde zijn als verkracht te worden. Ik zou mijn hele verdere leven gebukt gaan onder de emotionele en geestelijke gevolgen van die ongewenste aanval op mij. Ik zou mij met al mijn kracht verweren tegen een dergelijke schending van mijn lichaam zonder mijn toestemming. Ik zou alles in het werk stellen om degenen die mij aanvielen, gerechtelijk te laten vervolgen net zoals ik dat in het geval van een verkrachting zou doen.” Koninkrijksdienst november 1990 p. 6

Verkrachting is over het algemeen gewelddadig en traumatisch, met langdurige emotionele gevolgen. Een bloedtransfusie is niet traumatischer dan de rest van een operatie, afgezien van de religieuze schuld die de Organisatie oplegt, dat zo'n medische ingreep iemands relatie met God en hun kans op eeuwig leven zal vernietigen. In het geval van een gedwongen transfusie zijn deze schuldgevoelens bijzonder onrechtvaardig, evenals de bewering dat verkrachting "een verontreinigende seksuele aanval" is. Dit sentiment herinnert aan eerdere uitspraken van de Organisatie die verkrachting associëren met seksuele gemeenschap.

Rechten van kinderen

Ouders hebben de plicht om voor hun kinderen te zorgen en van overheidsinstanties wordt verwacht dat zij kinderen uit huis plaatsen als ouders hen mishandelen of in gevaar brengen. Dit is een bijzonder gevoelig probleem wanneer ouders de zorg die zij hun kind bieden laten beïnvloeden door religieuze overtuigingen. Wanneer een Getuige een bloedtransfusie voor zijn of haar kind weigert in een leven-of-dood situatie, is het gebruikelijk dat rechtbanken tegen de Getuigen oordelen en een transfusie toedienen, en terecht. Hoewel alternatieve behandelingen zonder bloed acceptabel zijn, is dit niet altijd mogelijk, zoals in noodsituaties en bij plotseling bloedverlies. Bovendien is de behandeling van zuigelingen riskanter vanwege hun lagere bloedvolume.

De publicatie van de Organisatie getiteld "Hoe kan bloed uw leven redden?" erkent dat de staat kinderen moet beschermen, maar beweert dat het weigeren van een bloedtransfusie niet als verwaarlozing moet worden beschouwd.

“Het is duidelijk dat de Staat kan en moet ingrijpen om een verwaarloosd kind te beschermen. Toch kan men gemakkelijk begrijpen hoe totaal anders het is wanneer een zorgzame ouder om een goede medische behandeling zonder bloed vraagt”.

Een kind laten sterven vanwege religieuze idealen is niet anders dan andere vormen van verwaarlozing. De meeste Getuigen zouden het verkeerd vinden als kinderen worden achtergelaten om te sterven door de medische ideologieën van andere religieuze groepen, zoals Christian Science en Scientology.

In de brief aan de ouderlingen van maart 2022: "Hoe ouders hun kinderen kunnen beschermen tegen misbruik van bloed", wordt ouders aangeraden om hun kinderen op te leiden zodat zij overtuigd raken dat bloedtransfusies verkeerd zijn.

Bescherm kinderen- in spiritueel en medisch opzicht

3. Een vaste overtuiging is van levensbelang omdat een goedbedoelende arts heel resoluut kan beweren dat bloed de toestand van het kind kan verbeteren.

4. Ouders moeten vastbesloten zijn om zich te onthouden van bloed door het te weigeren voor hun kind (Handelingen 15:28,29; Deuteronomium 12:23,25). Zij moeten er vroegtijdig voor zorgen dat alle zorgmedewerkers zich bewust zijn van hun niet-onderhandelbare standpunt inzake bloed en hun bereidheid om alternatieve behandelingen te accepteren die geen gebruik maken van bloed.

5. Ouders zouden ook hun kinderen moeten helpen om hun eigen overtuiging te ontwikkelen en om hun geloof te verdedigen als zij worden geconfronteerd met het vooruitzicht van een transfusie. (1 Petrus 3:15). Dit is belangrijk omdat sommige artsen bereid zijn om behandelkeuzes te respecteren van minderjarigen die voldoende volwassenheid hebben laten zien om hun eigen medische keuzes te kunnen maken. Sommige rechtbanken hebben minderjarigen het recht toegekend om deze afweging zelf te maken (bijv. Wachttoren 2008 10 januari p. 30-31)

Een kind heeft geen geloof als het wordt geboren; dit wordt aan een kind opgelegd door zijn ouders. Geschat wordt dat twee derde van de Jehovah’s Getuigen uiteindelijk de religie verlaat. Is het aanvaardbaar dat een ouder het leven van hun kind op het spel zet voor een geloof waarvan het statistisch onwaarschijnlijk is dat het kind het als volwassene zal delen?

Kinderen van Jehovah's Getuigen wordt geleerd te zeggen dat een door de rechtbank afgedwongen bloedtransfusie vergelijkbaar is met verkrachting.

“De rechter schreef: „D.P. verklaarde dat zij zich op elke mogelijke manier tegen een bloedtransfusie zou verzetten. Zij beschouwde een transfusie als een schending van haar lichaam en vergeleek het met verkrachting. Zij vroeg het Hof haar beslissing te respecteren en haar toe te sheel taan in [het ziekenhuis] opgenomen te blijven zonder door de rechtbank verordende bloedtransfusies.” Het christelijke onderricht dat zij had ontvangen kwam haar op dit moeilijke moment te hulp.

Een twaalfjarig meisje werd behandeld voor leukemie. Een kinderbeschermingsOrganisatie bracht de zaak voor de rechter zodat er een bloedtransfusie opgedrongen zou kunnen worden. De rechter concludeerde: „L. heeft dit hof duidelijk en op een zakelijke manier verteld dat als er geprobeerd wordt haar een bloedtransfusie te geven, zij zich daar met alle kracht die zij kan opbrengen, tegen zal verzetten. Zij heeft gezegd, en ik geloof haar, dat zij zal gillen en vechten en dat zij de naald uit haar arm zal trekken en zal proberen de zak met bloed boven haar bed kapot te maken. Ik weiger een bevel te geven dat dit kind aan zo’n beproeving zou onderwerpen . . . Bij deze patiënt richt de door het ziekenhuis voorgestelde behandeling zich alleen in fysiek opzicht op de ziekte zelf. De therapie richt zich niet op haar emotionele behoeften en religieuze overtuigingen.” Wachttoren 15 juni 1991 p 17

Een dergelijke uitspraak is emotioneel aangrijpend wanneer deze door een kind wordt gedaan, maar een minderjarige die haar hele leven is geïndoctrineerd over bloedtransfusies, is niet in staat om een weloverwogen beslissing te nemen over een dergelijk complex onderwerp. Het kind heeft vaak gehoord dat bloedtransfusies gevaarlijk zijn en afschuwelijk zijn voor Jehovah, en heeft zelfs rollenspellen met ouders gedaan over hoe om te gaan met noodgevallen die bloed vereisen, zoals beschreven in een e-mail die ik van een lezer ontving.

"Ik was zo geïndoctrineerd dat mijn vader tijdens de gezinsbijbelstudies rollenspellen deed. Ik lag dan op de vloer te doen alsof ik bij een auto-ongeluk betrokken was, en hij speelde de rol van de dokter. We oefenden wat ik moest zeggen als ik onder druk zou worden gezet om een bloedtransfusie te ondergaan. Ik weet dat hij dacht dat hij het juiste deed, maar ik ben zo blij dat ik wakker ben geworden en heb geleerd hoe belachelijk deze levenslange angst was, en hoe onbijbels het echt is als je kijkt naar wat Jezus leerde over hoe leven belangrijker is dan de wet."  

Het is niet mogelijk om de kinderen die voor hun religie zijn geofferd te vragen hoe ze zich voelen over het sterven als martelaren. Het is echter wel mogelijk om te ontdekken hoe kinderen die een bloedtransfusie hebben overleefd, zich voelen nadat een rechterlijke uitspraak hen tot een bloedtransfusie heeft gedwongen. Dit is het geval van Carolyn Ivey, die op 31 augustus 1975 te vroeg werd geboren bij Getuigen-ouders, met een gewicht van slechts 2 pond. Artsen bepaalden dat een bloedtransfusie nodig was om haar en het leven van haar tweelingzusje te redden, en een jonge advocaat werkte onvermoeibaar om ervoor te zorgen dat de tweeling de benodigde behandeling kreeg. Julia overleefde het niet, maar Carolyn wel. Het verhaal vervolgt zich drie decennia later.

"Joel Cohen, advocaat in Pensacola (VS) was net zijn e-mail aan het doorbladeren toen een zin hem opviel: 'Je hebt mijn leven gered toen ik een baby was.'... “Mijn nekharen gingen ervan overeind staan,” zei hij. De e-mail was van Carolynn Ivey Evans, een 36-jarige vrouw uit Ohio die als baby misschien overleden zou zijn zonder de juridische inspanningen van Cohen.

Voor Carolynn Ivey Evans — zij is nu getrouwd en woont in Ohio — was de e-mail naar Cohen een deel van haar zoektocht naar haar identiteit. “Ik ben nu 36 en moeder van vier kinderen,” schreef ze in een e-mail naar de Pensacola News Journal voor dit verhaal. “Jarenlang heb ik me afgevraagd wat er met mij en mijn tweelingzus is gebeurd. Ik begon mijn zoektocht zes maanden geleden via het internet en was zo verrast hoe groot het verhaal eigenlijk is. ... Dus nam ik contact op met meneer Cohen (om hem te bedanken) voor het redden van mijn leven. Als meneer Cohen niet voor mij had gevochten, zou ik hier vandaag niet zijn! Het ontroerde me tot tranen dat hij zo zijn best heeft gedaan.” – Vertaald uit het Engels. Van content.usatoday.com. Maart 27 2012.

Het is tragisch om te denken aan de kinderen die deze kans niet hebben gehad en geofferd werden door het misplaatste geloof van hun ouders. Dit doet niets af aan de vreselijk traumatische situatie waarmee deze ouders, Jehovah's Getuigen, te maken hadden, hun kracht en hun lijden. Maar ongeacht hoe oprecht zij waren, is het moeilijk om het niet te vergelijken met de kindoffers die in de Bijbel worden veroordeeld.

Jeremia 7: 30,31 “Want het volk van Juda heeft gedaan wat slecht is in mijn ogen”, …. om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden, iets wat ik niet had geboden en wat zelfs nooit in mijn hart was opgekomen.”
Jeremia 19:4,5 “………….Ze brengen er offers aan andere goden, die zij, hun voorouders en de koningen van Juda niet hebben gekend, en ze hebben deze plaats doordrenkt met het bloed van onschuldige mensen. Ze hebben de offerhoogten van Baäl gebouwd om hun zonen in het vuur te verbranden als volledige brandoffers voor Baäl, iets wat ik niet had geboden of gezegd, en wat zelfs nooit in mijn hart was opgekomen.”

Even tragisch zijn de ervaringen van ouders die niet alleen een kind, maar hun hele familie verliezen vanwege de bloedkwestie. Lawrence Hughes verloor zijn dochter Bethany, die stierf nadat ze een bloedtransfusie weigerde. Tijdens dit zware proces besefte Lawrence dat het standpunt van de Organisatie over bloed niet christelijk is, maar toen was het al te laat om zijn dochter nog te redden. Nadat hij had besloten dat hij niet langer met de leerstellingen van de Organisatie kon instemmen, verbraken zijn vrouw en zijn andere kinderen elk contact met hem.

Ik ontving een soortgelijke ervaring per e-mail:

"Ik heb een tante in de omgeving van Queensland. Zij was een Jehovah's Getuige totdat haar oudste dochter betrokken raakte bij een verkeersongeluk. Ze stierf door ernstig bloedverlies. Ze hebben haar geen bloedtransfusie gegeven. Het maakte een einde aan haar huwelijk, ze verliet uiteindelijk de Organisatie en verloor haar andere twee dochters door uitsluiting."

Als ouder kan ik me geen grotere persoonlijke tragedie voorstellen. Het is triest dat de meeste Jehovah's Getuigen dit onderwerp pas grondig onderzoeken wanneer het te laat is.

De onnodige dood van kinderen is nog tragischer wanneer je ontdekt hoe hypocriet de leiders van de Organisatie zijn. Op openbare fora geven zij toe dat ze in levensbedreigende situaties niet tegen het redden van kinderen met een bloedtransfusie zouden moeten strijden. De Organisatie erkende tegenover het Australische parlement dat ze "de wet" accepteert die toestaat dat kinderen van Jehovah's Getuigen in zulke situaties van hun ouders worden weggehaald.

"Senator SCHACHT - Ik begrijp het. Ik wil nu graag overgaan naar het goed gedocumenteerde geval vanuit uw standpunt over kinderen en de klacht dat we in Australië wetten hebben in alle staten die medische professionals het recht geven om de ouders te overrulen. De heer Toole - Wij zeggen niet in onze aanbeveling dat die wet niet zou moeten bestaan. Wat we wel hebben gezegd, is dat er omstandigheden kunnen ontstaan waarin het een absolute kwestie van leven en dood wordt. In die omstandigheden vinden we dat de wet zo moet worden opgesteld. In zijn huidige vorm is de wet niet zo opgesteld, en laat het een inbreuk toe op het gezin en het ter zijde schuiven van de principes van dat gezin, zelfs in omstandigheden waarin dat echt niet nodig is." – Vertaald uit het Engels van COMMONWEALTH OF AUSTRALIA, Official Organisatie. Hansard, JOINT COMITÉ ON FOREIGN AFFAIRS, DEFENCE AND TRADE, Reference: Australia's efforts to promote and protect freedom of religion and belief FRIDAY, 15 OCTOBER 1999

Evenzo verklaarde een vertegenwoordiger van de Organisatie in 1999: "Ouders worden niet gevraagd om toestemming te geven voor het gebruik van bloed, maar worden aangemoedigd de wettelijke situatie te erkennen." – Vertaald uit het Engels. Malyon, Transfusion-free treatment of Jehovah's Witnesses: respecting the autonomous patient's rights. Journal of Medical Ethics. 1998; 24:302-307

Hoe er wordt aangekeken tegen de medische wereld

Over het algemeen worden artsen aangemoedigd de wensen van hun patiënten te respecteren, en velen zullen het standpunt respecteren dat een Jehovah's Getuige inneemt op basis van zijn overtuigingen. Artsen handelen in het belang van hun patiënten en erkennen dat het gebruik van bloed risico's met zich meebrengt. Ze zullen het daarom vermijden waar dat mogelijk wordt geacht.

“Bloedtransfusies zijn vaak levensreddend, maar hebben ook nadelen. Niet alleen deze risico’s maar ook de kosten, de schaarste aan bloedproducten en het feit dat de donor zijn bloed afstaat, zijn reden voor zogenaamd “bloedmanagement“, zuinig te zijn met bloedtransfusies en op indicatie, het toepassen van bloedbesparende maatregelen.” Transfusie-indicaties bij acute anemie - Vademecum Hematologie. December 20 2024.

Echter, bloed wordt soms als essentieel voor overleving beschouwd en hoewel een Getuige de ethiek van de medische wereld kan betwijfelen , moeten zij niet negeren dat een arts financiële prikkels heeft om op een manier te handelen die de beste kans op overleving voor de patiënt biedt. Toenemende kosten voor rechtsbijstandsverzekeringen zorgen ervoor dat artsen bloed geven omdat zij geloven dat het de kans op overleving van een persoon vergroot. Anders denken is gebaseerd op verkeerde informatie gepresenteerd in publicaties van de Organisatie (zoals aangetoond in "Jehovah's Witnesses, Blood Transfusions, and the Tort of Misrepresentation" door Kerry Louderback-Wood) – Vertaald uit het Engels.

Anno 2024 zijn er nog steeds geen volwaardige alternatieven voor rode bloedcellen; dit is nog steeds de enige bekende manier waarop het lichaam succesvol zuurstof kan vervoeren. Hoewel medisch onderzoek heeft aangetoond dat volledige bloedtransfusies minder noodzakelijk zijn voor overleving, zijn er nog steeds situaties waarin een bloedtransfusie de enige optie is.

“Hoe dicht zijn we bij kunstbloed?

We komen steeds dichterbij, maar hebben nog wel een lange weg te gaan. Een van de grootste uitdagingen bij het maken van kunstbloed is het reproduceren van de functie van rode bloedcellen - het transporteren van zuurstof- en koolstofdioxide. Dit gebeurt in je lichaam door hemoglobine, een molecuul dat in rode bloedcellen aanwezig is.

Problemen van hemoglobine

Het gebruik van hemoglobine in kunstmatige bloedproducten brengt helaas een aantal problemen met zich mee. Hemoglobine moet je zuiveren om het risico op besmetting met virussen uit te sluiten. Zuivering is effectief, maar het risico op resistente ziekteverwekkers kunnen we niet negeren. Bovendien hebben we voor de productie van bloed op basis van hemoglobine liters en liters natuurlijk bloed nodig - een ethische hoofdbreker en een onzinnige vicieuze cirkel. Door bloed van synthetische materialen te maken, creëren we een schone, eenvoudige en schaalbare oplossing voor het bloedtekort.” De bloedvervanger die levens kan redden - Stories (utwente.nl). December 20 2024.

Een studie uit 2010 liet zien dat het risico op een hartaanval bij patiënten die bloedvervangers ontvingen drie keer zo groot was als bij de controlegroep die donorbloed ontving (link naar volledige artikel in Engels).

Als volledige bloedtransfusies eenvoudigweg overbodig waren, zou er niet zoveel moeite worden gedaan om vervangers te vinden.

“Het is mogelijk dat de consequentie van het weigeren van bloedtransfusies niet zo gevaarlijk is gebleken als veel clinici hadden verwacht. De ervaring met het behandelen van Jehovah's Getuigen-patiënten heeft de eerdere conventionele wijsheid over transfusietherapie uitgedaagd.” – Vertaald uit het Engels van Blood Transfusions and the JW Patient Rev 2011.doc

Echter, het artikel laat duidelijk zien dat de houding van de Getuigen soms kan leiden tot verlies van levens, hoge financiële kosten en blijk geeft van een gebrek aan logica. Het stelt dat het weigeren van bloedtransfusies “kan leiden tot een moeilijke dilemma voor artsen omdat een routinematige, veilige en potentieel levensreddende medische interventie onaanvaardbaar is voor de patiënt.” – Vertaald uit het Engels van Blood Transfusions and the JW Patient Rev 2011.doc

Een arts schrijft over een Jehovah's Getuige-patiënt die een interessant plan had bedacht om haar leven te beschermen in het geval dat ze een bloedtransfusie nodig zou hebben.

“Ik wil,” zei ze. “Ik wil dat mijn neef mijn plaatsvervanger is.” Haar neef was geen Jehovah's Getuige. In het geval dat de patiënte het bewustzijn zou verliezen, wilde ze dat haar neef haar keuzes zou maken. Ze was heel precies: Haar neef was niet haar medisch gevolmachtigde. Een medisch gevolmachtigde, de meest gebruikelijke juridische regeling, zou een vertegenwoordiger aanstellen die de beslissingen moet nemen die de patiënte zelf zou nemen als ze daartoe in staat was. Nee—ze droeg haar neef op om eigen beslissingen te nemen als zij niet aanspreekbaar zou zijn, in plaats van haar eigen keuzes. Het leek haar team heel duidelijk dat ze bewust iemand koos die geen Jehovah's Getuige was, iemand die geen Jehovah's Getuige-keuze zou maken. Iemand die ons zou toestaan om haar leven te redden.” – Vertaald uit het Engels van slate.com 27 juni 2013

Hoewel dit de geweten van de patiënte misschien heeft gesust, is het onwaarschijnlijk dat het lichtvaardig zal worden bekeken als de ouderlingen op de hoogte zouden raken van het plan.

Veel artsen begrijpen dat de regels van de Organisatie over bloedgerelateerde procedures inconsistent zijn:

"Veel artsen zijn verrast door de complexiteit van het onderscheid tussen acceptabele en niet-acceptabele behandelingen voor Jehovah's Getuigen-patiënten. Muramoto merkt op: 'Voor artsen die Jehovah's Getuigen behandelen, is een van de meest verwarrende aspecten dat zij in feite veel bloedgerelateerde behandelingen accepteren, ondanks hun geloof in absolute onthouding van bloed. Aangezien deze bijbelse wet als absoluut wordt beschouwd, is het onduidelijk waarom het Wachttorengenootschap haar leden niet leert om simpelweg alle medische toepassingen van bloed te weigeren." – Vertaald uit het Engels. Muramoto O. Recent developments in medical care of Jehovah's Witnesses. West J Med. 1999

Het behandelen van een patiënt met bloedvrije chirurgie kan ook leiden tot veel hogere behandelkosten:

“Het is belangrijk te onthouden dat dergelijke dramatische klinische uitkomsten soms gepaard gaan met zeer hoge financiële kosten. Overweeg bijvoorbeeld het geval van een 67-jarige Jehovah's Getuige die een noodoperatie voor een lekkende abdominale aorta-aneurysma heeft overleefd, ondanks een postoperatieve hemoglobineconcentratie van slechts 30 g/l. Gedurende zijn 14 weken intensieve zorg in het ziekenhuis kreeg hij totale parenterale voeding, intraveneus ijzer, folinezuur en subcutaan epoëtine alfa om de hemoglobineproductie te ondersteunen. Een dergelijke extravagante uitgaven aan middelen om een bloedtransfusie te vermijden, leidde ertoe dat een arts die in Afrika werkt de volgende opmerkingen maakte:
“Zo'n verblijf kan gemakkelijk een bedrag met zes cijfers hebben gekost. Hier in Oeganda kunnen we voor £250.000 per jaar 25.000 poliklinische patiënten en 7.000 opgenomen patiënten behandelen, meer dan 1.000 bevallingen uitvoeren en 1.500 operaties verrichten. We voeren een gezondheidsprogramma voor de gemeenschap uit voor 500.000 mensen. De kosten die door deze ene patiënt worden veroorzaakt, zouden onze eenheid een heel jaar kunnen laten draaien. Zal er een tijd komen dat een religieuze groep wordt aangeslagen voor de kosten om haar leden in leven te houden? Ethiek gezien kan men vinden dat alles moet worden gedaan, ongeacht de kosten; aan het eind van het financiële jaar moeten echter niet noodzakelijke operaties die levensverbeterend zouden kunnen zijn, worden geannuleerd. De keuze is eenvoudig hier in Oeganda. Wanneer een kind binnenkomt met ernstige bloedarmoede door malaria, haakwormbesmetting en ondervoeding, is de keuze simpel: hij of zij krijgt een transfusie of sterft.”” Vertaald uit het Engels van Blood Transfusions and the JW Patient Rev 2011.doc

Verder merkt het trainingshandboek op dat Jehovah's Getuigen bereid zijn om bloedcomponenten te gebruiken zonder bereid te zijn bloed te doneren. Het artikel eindigt met de opmerking dat, aangezien de Organisatie haar verbod op vaccinaties en orgaantransplantaties heeft opgeheven, er hoop is dat de houding tegen bloedtransfusies ook in de loop van de tijd zal worden omgekeerd.

Conclusie

In "Hoe bloed uw leven kan redden” p. 7 staat: "U bent het dus aan uzelf verplicht u op de hoogte te stellen van de feiten teneinde een weloverwogen keus inzake bloed te maken.." De meerderheid van de Jehovah's Getuigen is zich slechts bewust van één kant van de kwestie, met weinig kennis van de principes die in dit artikel zijn uiteengezet. De informatie die de Organisatie verstrekt is bevooroordeeld en misleidend. Overdrijvingen komen veel voor, zoals de uitspraak:

Niemand die de feiten onbevooroordeeld onderzoekt, kan ontkennen dat bloedtransfusies een groot risico inhouden. Hoe bloed uw leven kan redden p. 19  

Er is geen "groot risico" verbonden aan een bloedtransfusie, en over het algemeen zal een arts een transfusie toedienen omdat het risico wordt ingeschat als lager dan het risico van het niet ontvangen van een transfusie.

De Bijbel legt grote nadruk op respect voor het leven. In Mattheüs 12:11 toonde Jezus aan dat het belangrijker was om het leven van een dier te redden dan de Mozaïsche Wet te volgen. Hoeveel belangrijker is het dan om het leven van een mens te redden dan de wet over bloedtransfusies te volgen, een wet die de Organisatie pas in 1945 heeft ingesteld.

"Ik moest vorig najaar de moeilijke keuze maken om te sterven of bloed te nemen, en ik koos voor bloed. Het was geen kwestie waar de ziekenhuiscommissie een haalbare oplossing voor had kunnen bieden. Het kostte 16 noodtransfusies om mij te redden. Blijkbaar, toen ik met de ouderlingen sprak, ging het erom of ik zwak of goddeloos was, en omdat ik er meer dan één had, werd het als goddeloosheid beschouwd. Ik heb geen idee of ze in de Koninkrijkszaal hebben aangekondigd dat ik 'niet langer een Jehovah's Getuige' was ... [maar] zelfs mijn zeer dierbare, geliefde beste vriend sprak nooit meer met mij. Het brak mijn hart."

Christelijke geleerden begrijpen dat de Mozaïsche Wet werd afgeschaft met de dood van Jezus en dat Handelingen 15 alleen van toepassing was op gemeenten met een mix van Joodse christenen en heidenen. Russell en de oorspronkelijke Bijbelonderzoekers erkenden dit bijna de helft van de geschiedenis van het Wachttorengenootschap. Tegenwoordig maken Jehovah's Getuigen misbruik van Handelingen 15 om te beweren dat moderne christenen geen bloed mogen ontvangen, en keren zich vervolgens ten onrechte naar de Mozaïsche Wet om de strikte details van hun bloedleer te formuleren.

Vanwege de verscheidenheid aan standaarden die de Organisatie door de jaren heen heeft gehanteerd met betrekking tot bloed, vaccinaties, transplantaties en andere medische procedures, heeft een persoon het recht om te vragen:

"Begeleidt Jehovah de Organisatie bij het opstellen van medische richtlijnen?"  

Kan worden gezegd dat Gods Heilige Geest de Organisatie heeft geleid naar deze controversiële positie over bloedtransfusies? Een onderzoek naar de geschiedenis van deze leerstelling toont aan dat dit niet het geval kan zijn. Als Gods Heilige Geest inderdaad de kracht achter het juiste begrip van deze kwestie was, zouden er geen voortdurende veranderingen en inconsistenties zijn.

Men moet zich afvragen waarom God 60 jaar heeft gewacht om een dergelijke cruciale leerstelling te openbaren, een kenmerk dat wordt gebruikt om Jehovah's Getuigen van de rest van de wereld te onderscheiden. De tijdsduur om dit standpunt in te voeren duidt erop dat dit niets te maken had met de Heilige Geest. De huidige afgezwakte zienswijze staat nu haaks op de positie van 1961, evenals de aangevoerde argumentatie van de Organisatie dat het nodig is dat Getuigen zich van bloed onthouden.

Er is een grove onrechtvaardigheid gepleegd tegen volgelingen en het is jammer dat Jehovah's Getuigen bereid zijn te sterven voor deze Organisatie-leerstelling zonder de geschiedenis ervan te kennen. De meeste Getuigen, zelfs ouderlingen van het Ziekenhuiscontactcomité, zijn zich er niet van bewust dat bloed oorspronkelijk gegeten kon worden. Evenmin zijn velen zich bewust van het aantal wijzigingen in de leerstelling, of dat 100% van het bloed nu in gefractioneerde vormen kan worden gebruikt. Weinigen weten de schriftuurlijke reden waarom de meeste christelijke religies geloven dat de wet op bloed niet van toepassing is in onze tijd.

De Organisatie heeft hun juridische aansprakelijkheid verminderd door recente wijzigingen die van veel bloedgerelateerde beslissingen een zogenaamde gewetenskwestie maken. Wanneer ik actieve Getuigen wijs op het gebrek aan logica achter de huidige zienswijze ten aanzien van bloed, lijken de meesten ongevoelig en vrij gelukkig om op dit punt gescheiden te zijn van "de wereld."

Het is waarschijnlijk dat er op termijn een alternatief zonder bloed zal worden ontwikkeld dat in staat is om de zuurstofdragende capaciteiten van bloed te vervangen. Het is denkbaar dat juridische druk de Organisatie kan dwingen om terug te keren naar haar oorspronkelijke standpunt en bloedtransfusies opnieuw als acceptabel te kwalificeren. In beide gevallen zullen bloedtransfusies een smet op de geschiedenis van de Organisatie worden. In de tussentijd zullen Jehovah's Getuigen blijven sterven terwijl ze het huidige standpunt van de Organisatie ten aanzien van bloed accepteren, en zullen ze miljoenen dollars aan belastinggeld verbruiken door kostbare bloedvrije alternatieven te eisen en medische autoriteiten in de rechtszaal te bestrijden.

Hieronder een voorbeeld van de reactie die je kunt verwachten als je naar het hoofdkantoor van de Organisatie schrijft over inconsistenties met de huidige standaard voor bloedtransfusies:

De bloedleer zou geen probleem zijn als deze alleen van toepassing was op het eten van bloed. Echter, het uitbreiden van deze leer naar de toepassing van bloedtransfusies, met het risico op overlijden, heeft terecht tot grote kritiek geleid. Er zijn levens verloren gegaan door regels ten aanzien van bloed, en van vaccinaties en orgaantransplantaties die later zijn opgeheven. Anderen verkeren nog steeds in een uitgesloten toestand vanwege het accepteren van bloedcomponenten die nu als acceptabel worden beschouwd. De gevolgen van uitsluiting voor mensen die afweken van de regels van de Organisatie is dramatisch. De sterfgevallen die zijn veroorzaakt bij degenen die de regels wel volgden zijn het ultieme offer voor een Organisatie. In deze context heeft de Organisatie bloedschuld op haar handen. Het is ironisch dat Gods wet over bloed bedoeld was om respect voor leven te tonen, terwijl het voortdurend veranderende standpunt van de Organisatie leidt tot onnodige sterfgevallen.

Een citaat uit "Small Gods" van Terry Pratchett sluit deze discussie over bloed perfect af:

"Ik denk ... dat je dingen moet doen omdat ze juist zijn. Niet omdat goden dat zeggen. Ze zouden iets anders kunnen zeggen een andere keer."

Verandering is een constante in de leerstellingen van de Organisatie. Wanneer een bloedtransfusie nodig is om leven te redden, is het "juiste" om te doen het toestaan van een transfusie.

Voor de verwijzingen in dit artikel zijn zoveel mogelijk de Nederlandse publicaties gebruikt van de website wol.jw.org. In de onderstaande gevallen stonden er geen Nederlandstalige publicaties op de website en zijn Engelstalige verwijzingen van jwfacts.com vertaald:

  • Verwijzingen naar de Wachttoren van voor 1950
  • Verwijzingen naar de Ontwaakt van voor 1970
  • Verwijzingen naar andere publicaties die niet op de Nederlandse website staat zoals ‘Bestudeer de schrift/Dagelijks de schrift onderzoeken van voor 2017

Voetnoot

In de Wachttoren van 1 december 1986 p. 712 "Hebt u de ware religie?" staat: " Staat ze haar mensen toe bloed te eten? (Lev. 17:12-14; Hand. 15:28, 29).” De hier aangehaalde Schriftplaatsen tonen aan dat de ware religie geen van deze dingen leert of beoefent."

creative commons copyright    Paul Grundy  2005 - 2025